Fiat 500 D Trasformabile (1963)
Drie jaar geleden mocht Merle Kroon op haar verjaardag het doek van een Fiat 500 D Trasformabile trekken. Pas daarna besefte ze dat dit schattige ‘la dolce vita’ autootje uit 1963 mee naar huis mocht nemen; haar verjaardagscadeau van partner Jonathan Middag.
Tekst & Foto’s: Frank Goedhart
We ontmoeten Merle en Jonathan thuis in Beesd, waar we vanaf de keukentafel door een groot glazen raam zicht hebben op de aangrenzende boerenschuur met daarin de genoemde Fiat, een groene metalliek Alfa Romeo 33 Sportwagon en een indrukwekkend project van Jonathan, een Ford Falcon Ranchero, ‘met werk’. Dat ook zij van auto’s houdt, is volgens Merle onvermijdelijk: “Als je getrouwd bent met iemand zoals Jonathan, dan word je vanzelf meegesleurd in alle leuke aspecten die bijzondere auto’s omringen.” Jonathan werkte voorheen voor Kroymans en is nu Car Specialist bij het Britse veilinghuis Bonhams.
Merle: “Op de avond voor mijn verjaardag zei Jonathan dat hij een leuke verrassing voor me had, maar dat we wel vroeg op moesten staan om ergens naartoe te gaan. Hij meldde dat het thema van de verrassing ‘La Dolce Vita’ was, dus was het misschien leuk als ik me in die stijl zou kleden. Om zeven uur in de ochtend vertrokken we vanuit onze woonplaats Vianen, en ik zag op de navigatie ‘Loosdrecht’ als bestemming staan. Jonathan werkte in die tijd voor Kroymans in Hilversum en ik was dan ook niet verbaasd toen hij aangaf nog even ‘langs de zaak’ te moeten om iets te regelen. Toen we daar in de werkplaats aankwamen stond er een bolvormig autootje onder een gedrapeerd doek en mij werd gevraagd om de auto te onthullen. Toen Jonathan zei ‘Verzin maar vast een naam, want deze is vanaf nu van jou’ voelde het alsof ik een rol had in een film. Heel romantisch en een uitstekende keus, want de maanden ervoor hadden we al steeds gezegd hoe leuk een klassieke Fiat 500 toch zou zijn. Ik was erg blij met mijn Fiat 500, in die prachtig blauwe kleur; volgens mij noemen de Italianen het ‘celeste crociera’, een heerlijke naam voor dit blauw.”
‘Je wordt gedwongen om echt op je gevoel te rijden, volgens mij helemaal zoals autorijden ooit bedoeld was’
Jonathan glimlacht en legt uit: “In mijn leven als autoliefhebber heb ik welgeteld al 46 auto’s gehad, waaronder veel Lancia’s, maar ook een Jaguar XJS en een BMW 3-serie in raceuitvoering. Andere liefhebbers zullen herkennen dat je in gedachten altijd met je volgende aankoop bezig bent en dus ook geniet van het hele proces van het vinden en kopen van een auto. Deze Fiat was speciaal, omdat hij niet voor mij maar voor Merle was en omdat ik het hele traject geheim moest houden zodat de verrassing compleet zou zijn. De Fiat stond bij een particulier die er grote plannen mee had voordat hij besefte dat hij daar helemaal geen tijd voor zou hebben. De 500 was afkomstig uit Turijn waar hij van een schoolmeester was geweest. We hebben nog geprobeerd om de historie te achterhalen door iedereen met de achternaam van die leraar te benaderen, maar dat spoor is helaas doodgelopen.”
Toen Jonathan de auto kocht, was er nog wel het een en ander aan te doen: “Het was eigenlijk meer een plantenbak, want hij reed niet en had veel liefde en aandacht nodig. Er zat niet meer dan een verfrommelde kopie van het Italiaanse kentekenbewijs bij, dus toen we hem eenmaal rijdend hadden, hebben we hemel en aarde moeten bewegen om de 500 bij de RDW op een mooi oud PM-serie kenteken te krijgen. We hebben de kabelboom vervangen, het motortje lopend gekregen en ervoor gezorgd dat we de niet-gesynchroniseerde vierversnellingsbak konden behouden. De vader van Merle, zelf ook een liefhebber van Italiaanse auto’s, heeft vlak voor de onthulling het poetswerk verzorgd. Dus iedereen wist ervan, behalve Merle.”
Met de Topolino, die van 1936 tot 1957 is geproduceerd, was Fiat al begonnen met het mobiliseren van Italië, en met de introductie van de door Dante Giacosa ontworpen Nuova 500 N werd die ambitie voortgezet. In 1960 kwam de ‘D’-versie op de markt, met nog steeds de suicide doors en een optioneel stoffen dak dat helemaal naar achteren geopend kon worden. Deze ‘trasformabile’ uitvoering was een slimme zet van Fiat, want niet alleen konden ze meer geld vragen voor deze versie, ze bespaarden ook op het in die tijd dure staal. Het stoffen dak had bovendien een gunstige invloed op het gewicht van de auto en daarmee op de prestaties geleverd door het 17 pk sterke motortje.
Merle kijkt nog steeds verliefd naar de Fiat: “Waar Jonathan altijd over andere auto’s aan het nadenken is, ben ik verknocht aan deze. Hoe zou ik een auto met dit verhaal erachter ooit kunnen verkopen? Dat gaat nooit gebeuren. Het rijden in de Fiat is een beleving op zich. Het ‘dubbel de-clutchen’ vergt wat aandacht, maar als je dat eenmaal gewend bent, geeft het een enorme voldoening om dit autootje over de rivierdijkjes in de Betuwe te sturen. Je wordt gedwongen om echt op je gevoel te rijden, volgens mij helemaal zoals autorijden ooit bedoeld was. Je vergeet de tijd als je zonder riemen om, zonder hoofdsteunen achter je, dit kleine Fiatje met het dakje open naar een leuk lunchplekje stuurt. De snelweg probeer ik te vermijden, want daar is geen lol aan te beleven met deze omvang en een maximaal haalbare snelheid van krap 100 km/h.”
Merle en Jonathan zijn van plan om de Fiat ooit helemaal te restaureren, maar haast hebben ze niet. Merle: “Het zou het heel erg leuk zijn om, als hij dan helemaal in concoursstaat is, in gepaste kledij het podium op te rijden en de eerste prijs in ontvangst te nemen. Maar we hebben nog genoeg te doen in ons huis en ook de Ranchero van Jonathan is nog een uitdaging op zich.”
Dat ze, met een verleden in vooral Italiaanse en Engelse schoonheden, nu gevallen zijn voor een Ranchero is een verhaal apart. Jonathan legt uit: “We kunnen ons beiden goed inleven in ‘wat als’ dromen met betrekking tot auto’s. Dus toen Merle bij het TV-programma ‘Boer zoekt vrouw’ had gezien hoe stoer Yvonne Jaspers eruitzag in geruit shirt aan het stuur van een oude GMC pickup truck, bedachten we hoe leuk het zou zijn om zelf een stoere, klassieke Amerikaan te hebben.”
Merle vult aan: “Zo’n pick-up waarin je het snoeiafval gooit, waarna ik het wel weg wil brengen. In een geruit shirt natuurlijk”. Omdat Jonathan altijd graag op zoek gaat naar iets ‘anders dan anders’ en hij een oude pick-up met die dikke gewelfde wielkasten iets te veel van het goede vond, kwam hij op de Ford Ranchero. Dat had ook te maken met de rol die deze auto speelde in de door Ford USA gesponsorde James Bond film Goldfinger. “Een simpele pick-up, net als de Fiat gemaakt voor het volk. Daarom vind ik het leuk dat ik de simpelste uitvoering heb. De 2,4-liter zes-in-lijn en techniek die afkomstig is van de Ford Mustang maken het een technisch eenvoudige auto, die ik met wat hulp wel weer rijdend moet kunnen krijgen. Ook onderdelen zijn nog goed te verkrijgen.”
Het stel heeft ook nog plannen om een MGB te kopen, volgend op de goede ervaring die ze in de Cotswolds hadden in een gehuurde B. Maar tijdens het rond de auto’s lopen komen er nog meer plannen naar boven, zoals voor Merle het halen van een race-licentie, het ooit mee gaan doen aan het historische rally-kampioenschap en het invullen van lege plekken die vrijkomen als ze de schuur anders gaan inrichten.
Merle wijst nog even op haar automobiele opvoeding: “Hoewel ik niet bijzonder veel met auto’s bezig was in mijn jeugd en het pas weer door de relatie met Jonathan opleefde vond ik toch een foto van mezelf als klein meisje aan het stuur van de Simca 1000 Rallye van mijn vader. Een andere jeugdfoto, van de prachtige donkerblauwe Fiat 850 Sport van mijn moeder, bewijst dat ik onbewust misschien toch wel wat autogenen heb meegekregen. Maar, zoals gezegd, wat onze plannen en dromen ook nog mogen zijn, mijn Fiat 500 zal er altijd een rol in blijven spelen.”