(Throwback van de oude Octane website)

In het lommerrijke Soestduinen staat buiten voor de garagedeuren van een stijlvol huis een mooi originele Mercedes-Benz 208 ‘Thomas Cook’ camper uit 1978. De auto blijkt een hint te zijn naar de voorliefde van de bewoner van het huis, namelijk die voor auto’s van Mercedes uit de jaren ’70.

Eigenaar Kees Oosterhof legt uit: “Veel mensen zullen je vertellen dat de W124-serie van Mercedes de beste auto’s heeft voortgebracht en dat zal ik niet betwisten, maar voor mij is de periode net daarvoor veel interessanter. De W123-serie, geproduceerd van 1975 tot 1986, is een meer klassieke serie, waar de E-klasse toch meer een hele goede youngtimer is. In het verleden heb ik ook een turbodiesel W123 stationwagen gereden, die is nu zo populair dat er bijna niet meer aan te komen is. De SL-serie R107 moest de iconische Pagode doen vergeten en wat mij betreft is het een meer dan waardige opvolger.

In de garage van mijn ouders, waar altijd wel een oldtimer stond, ben ik als student begonnen met het sleutelen aan een Renault 4. Van een bevriende monteur heb ik veel geleerd toen we samen van twee slechte 4’s een goede hebben gemaakt. Daardoor kan ik nu nog best wel veel onderhoud- en reparatieklusjes zelf uitvoeren. Bij het restaureren van twee van mijn SL’s heb ik het strippen van de auto wel zelf gedaan, maar het spuiten en ander vakwerk heb ik kunnen uitbesteden. Toen ik tijdens mijn studie in Duitsland op een bouwterrein stageliep, diende de Renault 4 als zogenaamde ‘bouwplaatsauto’; de auto die overal kon komen en die door iedereen gebruikt werd. Uit Duitsland kwam ik terug met een Mercedes-Benz 350 SEL, die met de dubbele bumper, in de kleurstelling goud metalliek met groen lederen interieur. Met een heerlijke achtcilinder motor en ongekende luxe en comfort. Daar is mijn liefde voor Mercedes echt ontstaan.

Mijn vader en ik hadden achter zijn huis een grote schuur gebouwd voor het huisvesten van een klassiekerverzameling, maar toen de schuur eindelijk af was had ik mijn Mercedes verkocht en had mijn vader net afscheid genomen van zijn Volvo Katterug. We hadden dus wel een schuur, maar geen auto’s. Toen we gingen bedenken wat een leuke auto zou kunnen zijn, die zowel een twintigjarige als een zestigjarige zou kunnen bevallen, kwamen we uit op een roadster van Mercedes. We kochten onze eerste, de goudkleurige 280 SL, dezelfde auto die ik recent meegenomen heb naar de Octane Scramble. Toevalligerwijs was ook deze auto uitgevoerd in goud metalliek met een olijfgroen interieur.

Daarop volgde er nog een SL, een donkerblauwe 280 en niet zo lang geleden heb ik een rode 350 SL gekocht. Om het beeld van de collectie compleet te maken: naast deze drie SL’s heb ik ook nog een Mercedes-Benz 208 camper, in de Thomas Cook uitvoering van Westfalia én een Mercedes-Benz L319. Die laatste is een oude brandweerauto die tot een simpele camper is omgebouwd. Vanwege de wat treurige blik die de auto lijkt te hebben, noemen we hem ‘Sipke’. Sipke stond in een hoekje van de loods in Amsterdam waar ik mijn SL had gestald en ik heb meerdere malen aan de eigenaar van de loods gevraagd van wie de auto was en of hij te koop zou kunnen zijn. Uiteindelijk ben ik in contact gekomen met de vrouwelijke eigenaar en zij gunde het mij om de bus over te nemen. Tijdens de corona-tijd zijn we met deze camper, toch een auto uit 1960, heel Nederland doorgereisd. Een geweldige auto!

De James Cook camper heb ik vorig jaar gekocht met een vriend van mij. Voordat mijn vrouw en ik ermee op reis gingen, heb ik hem een tijdje voor woon-werkverkeer gebruikt, met de gedachte dat als hij me niet zou laten staan, we er de trip naar het meer van Genève wel mee aan zou durven. We hebben een heerlijke vakantie gehad. Alles in en op die auto is origineel en het is echt een praktisch en goed doordacht ontwerp.”

Dan is het tijd om de donkerblauwe 280 SL uit 1978 naar buiten te rijden. Achter het grote stuurwiel zak je weg in wat je nog met recht ‘zetels’ kunt noemen. De zescilinder komt tot leven en met de automaat in ‘D’ kruipt de Benz rustig de laan uit. Alles aan deze auto straalt Duitse Gründlichkeit uit. De deurgrepen van dik staal, dikke knoppen op de middenconsole, het leer van de stoelen en ook het rijden bevestigen de degelijkheid van het ontwerp. De auto is door Kees in perfecte staat gebracht en de zogenaamde ‘kroonkurk’ wielen staan hem goed. Het voelt als een robuuste auto en het diep intrappen van het gaspedaal brengt de motor tot leven. Er blijkt veel snelheid in de roadster te zitten. Bij een fotosessie op de wegen rond het Militair Museum trekt hij veel bekijks van voorbij joggende en fietsende Soestenaren.  

“De goudkleurige en deze zijn in topconditie. Die hebben we helemaal uit elkaar gehad, over laten spuiten en tot in het detail goed gemaakt. Aan de rode 350 SL moet nog veel gebeuren en ik twijfel nu een beetje of ik het hele restauratieproces nog een keer ga doorlopen. Het is een auto met hardtop die is geprepareerd voor de Wintertrial van 2014 en ik denk dat de heren Jaap Stok en Andre Bout, die op de raamstickers staan, er een leuke tijd mee hebben gehad. Omdat ik naast mijn BMW toch ook de SL’s wel als dagelijkse auto gebruik, zou voor de winter deze SL (met winterbanden uitgerust) wel een mooie aanvulling zijn. Maar het hebben van zes auto’s geeft toch ook wel veel gedoe en administratie, dus misschien verkoop ik hem wel.

De zescilinder van de 280 is de perfecte motor voor de roadster, want het is in mijn ogen geen sportwagen, maar meer een ‘cruiser’. Met de kap naar beneden en de automaat in ‘drive’ is het vermogen van 185 pk ruim voldoende om er heel veel plezier mee te beleven. Waar de goudkleurige SL nog de D-Jetronic brandstofinjectie van Bosch heeft, is de blauwe met een verfijndere KA-Jetronic uitgerust.

Het was leuk om met de SL op het veld van de Scramble te staan en om vragen van geïnteresseerden te beantwoorden. Veel mensen, afhankelijk van de leeftijd natuurlijk, kennen de auto nog als de ‘Bobby Ewing Dallas’ Mercedes en ik heb ook gehoord dat de auto een prominente rol heeft in de film American Gigolo met Richard Gere achter het stuur. Die film moet ik dan toch maar eens gaan kijken. De goudkleurige auto gaat nooit meer weg, want die heeft veel persoonlijke geschiedenis in zich. De blauwe ook niet trouwens, maar die rode, daar twijfel ik dus nog wel over…”

Update 2024:

Kees meldt dat alle SL’s nog in zijn bezit zijn, dat de brandweerauto als bar heeft gediend tijdens een zomers buurtfeest en dat hij een Jaguar XK8 uit het voorloopjaar 1996 heeft toegevoegd aan de verzameling.

× Wil je direct contact?