“Compleet nieuwe proporties, compleet nieuwe materialen, een compleet nieuwe aandrijflijn en de vrijheid om niet één auto ontwerpen, maar twee! Een nieuwe ontwerptaal met een nieuw logo. Dat is wat we de afgelopen vier jaar hebben gedaan. Behalve veel werk was het vooral heel erg leuk. Echt beginnen met een schone lei.”
Dit zijn woorden van Adrian van Hooydonk, ontwerpchef bij BMW, gedaan tijdens de introductie van de i3 en i8 op de IAA in Frankfurt in 2013. Beide auto’s vertegenwoordigden de durf van BMW om te experimenteren met een geheel andere kijk op mobiliteit. Hij vervolgde: “We wilden de wereld laten weten dat er een nieuw soort mobiliteit is gekomen. De technologie was zo nieuw dat we vonden dat het een nieuw gezicht verdiende.”
Rowan Atkinson: “Ik rijd al vijf jaar in een i3 en ik moet bekennen dat ik er helemaal wég van ben.”
BMW kondigde in maart 2008 al de start aan van ‘project i’, een onderzoeksafdeling die zich met elektrische mobiliteit ging bezighouden. De i3 kwam in 2013 als Mega City Vehicle (MCV) op de markt om duurzame mobiliteit in steden te verwezenlijken, terwijl het merk met de i8 wilde laten zien dat ‘Freude am Fahren’ niet hoeft te stoppen als de aandrijving elektrisch wordt. Met baanbrekende en afwijkende ontwerplijnen was het doel van BMW niet om zijn huidige klanten uit de benzineauto’s en SUV’s van het merk te lokken, maar meer om mensen die vooruit wilden lopen (early adapters) door elektrisch te rijden kennis te laten maken met het merk BMW. Veel van de kopers van een i3 hadden daarvoor dan ook nog nooit een BMW gehad.
Dat de i3 een auto in de buitencategorie was, wordt ook duidelijk door de positieve reacties autoliefhebbers pur sang. Rowan Atkinson (voormalig eigenaar van een McLaren F1) verwoordde het in Octane Magazine 044 als volgt: “BMW speelt een interessante rol, omdat het kort na Tesla al heel innovatief was. Het heeft enorme bedragen geïnvesteerd, veel meer en veel eerder dan andere fabrikanten, door de i3 op de markt te brengen en een jaar later al de i8. Juist daardoor is het vreemd dat BMW sindsdien geen totaal nieuwe elektrische modellen meer heeft uitgebracht. Ik heb het gevoel dat het bedrijf te snel te veel heeft geïnvesteerd en toen enorm is geschrokken. Ik rijd al vijf jaar in een i3 en ik moet bekennen dat ik er helemaal wég van ben. De mijne is versie 1.0, de actieradius is wat aan de krappe kant en de afstemming van het onderstel is net te hard, maar verder is het een heerlijke auto voor de stad en omgeving.”
Ton Roks bekroonde de i3 in Octane Magazine 036 zelfs met de titel ‘the King of Cool’: “De i3 S is mijn favoriet onder de elektrische auto’s omdat BMW met een zo goed als blanco vel papier heeft durven te beginnen. Hij is daardoor op een aansprekende manier onconventioneel, anders dan de producten van Tesla, dat veel dichter bij de traditionele auto is gebleven.”
Alle lof en sympathie ten spijt liett BMW vorig jaar na negen jaar en meer dan 250.000 verkochte exemplaren het doek vallen voor het revolutionaire model. Het merk ‘i’ wordt alleen nog maar gebruikt voor elektrische versies van benzineauto’s en voor modellen die beter in het sportieve programma van BMW lijken te passen. Het is kennelijk tijd om de verstokte BMW-rijder een zorgeloos en herkenbaar elektrisch alternatief te bieden.
Het einde van een relatief korte revolutie, maar de populariteit van de i3, ook als ‘cult car’ lijkt nu alleen maar toe te nemen. Gebruikte modellen zijn gewild en vormen door de prijsstelling en praktische bruikbaarheid voor de particulier een aantrekkelijke instap in de wereld van elektrisch rijden.
Robert van Ieperen heeft zijn, inmiddels zesde, BMW i3 voor het restaurant geparkeerd en blikt terug hoe de auto hem destijds opviel.
Robert van Ieperen is eigenaar van een i3 en mag gerust ervaringsdeskundige heten, vandaar dat we bij hem op bezoek zijn gegaan. Robert is liefhebber en eigenaar van klassieke auto’s, met een collectie waarin het zwaartepunt gevormd wordt door auto’s van Renault en Alpine. Op de Octane Scramble, gehouden op het Eemklooster waarvan zijn bedrijf EarthY mede-eigenaar is, stond zijn goudgroene Renault 16 TX als een van de favorieten te stralen en al eerder publiceerden we over zijn perfect gerestaureerde Renault 5 Alpine Turbo.
Tijdens een ontmoeting in het Amersfoortse restaurant La Cantina vertelt Robert ons over zijn connectie met het merk ‘i’ van BMW. “Volgens mij is er een grote overeenkomst tussen ontwerp en techniek van gebouwen en die van auto’s. Auto’s, als architectuur op wielen, stellen ons qua ontwerp, productie, materialen en duurzaamheid voor dezelfde uitdagingen als gebouwen.”
We spreken Robert op het moment dat er bij hem achter zijn woning een, in de fabriek op maat geproduceerd, houten tiny-house wordt gemonteerd door de firma Meissnitzer Massiv Holzbau uit Oostenrijk. Ook daar ziet hij een gelijkenis in de aanpak: “Houtbouw is een zeer interessante oplossing, waarin nieuwe, duurzame concepten samenkomen. Het biedt snelle, concrete oplossingen voor de behoeften in de woningmarkt in Nederland. Dit huis wordt in een dag gemonteerd, de houtlagen in de panelen zijn met een aluminium verbinding tot een sterk, Massivholz geheel gemaakt, dus zonder gebruik van lijm. Daarmee zijn de ruimtelijke integriteit en het materiaalgebruik van dit huis bijna even uniek als het concept van de BMW i3 in een tijd dat het merk alleen maar sportieve performance auto’s op de markt zette.”
Bij de i3 heeft BMW gekozen voor een duurzame, geïntegreerde aanpak bij de materiaalkeuzes. Door toepassing van koolstofvezels in de carrosserie blijft het wagengewicht laag in verhouding tot soortgenoten. En in het interieur heeft BMW uitsluitend natuurlijk of duurzaam materiaal gebruikt, zoals kunststof uit gerecyclede petflessen, hoogwaardige stoelbekleding van natuurlijk gelooid leder en een recyclebare, ademende scheerwol en eucalyptushout voor de sierlijsten. Duurzaamheid bewijst daarmee ook een goede uitstraling te kunnen waarborgen.
‘De relatief kleine accu in de licht ontworpen auto heeft ons altijd gebracht waar we moesten zijn, zelfs naar Parijs heen en weer.’
Robert heeft zijn, inmiddels zesde, BMW i3 voor het restaurant geparkeerd en blikt terug hoe de auto hem destijds opviel. “Als fervente liefhebber van het Franse joie de vivre zou het nooit in mijn hoofd opgekomen zijn om bij een BMW-dealer naar binnen te stappen. Maar toen ik in 2013 in een zomerkrantje las over de introductie van de i3 en i8, was mijn aandacht getrokken en ben ik meteen gaan kijken. Mijn eerste indruk was dat de aantrekkingskracht van de i3 veel van het Renault DNA leek te bezitten, alsof het de ultieme, moderne en duurzame uitwerking was van wat de Renault 4 vroeger moet zijn geweest.”
“Mijn eerste i3 kocht ik terwijl ons bedrijf in Amersfoort bezig was met de duurzame ontwikkeling van een woongebied in een bos. De auto moest onderschrijven hoe wij anders en duurzamer bezig wilden zijn in een conservatieve bouwwereld. Het voor mijzelf ook een experiment, want ik kwam uit grote en comfortabele auto’s als de Renault Vel Satis en Volvo S80, maar ik was meteen verkocht en tot op de dag van vandaag vind ik het een geweldige auto. Samen met mijn gezinsleden hebben we inmiddels meer dan 400.000 km elektrisch afgelegd, in een i3. Dat we nu aan ons zesde exemplaar toe zijn heeft meer met externe omstandigheden te maken, doordat vrienden en kennissen belangstelling toonden om onze auto’s over te nemen. Daarmee kon ik het concept en het gedachtengoed een beetje verspreiden.
Robert vervolgt: “De auto is uniek in zijn soort en waar ik begonnen ben met een i3 met range extender, rij ik nu in full-electric, sportievere i3 S in de kleur geel, de kleur van creativiteit. Eigenlijk is het origineel met de dunne bandjes de meer puurdere variant, maar de S geeft qua batterij en comfort wat meer mogelijkheden. De i3 is een sympathieke auto die door iedereen herkend wordt als bewuste stap in de energietransitie. Zelfs de meest doorgewinterde petrol heads in mijn kennissenkring snappen en waarderen het concept. Het valt mij zelf op dat het model, dat nu toch al 10 jaar lang op de markt is, nog aanvoelt als nieuw, wat aangeeft dat de gekozen materialen, maar ook het infotainment systeem hun tijd ver vooruit waren. Heel knap dat een ontwerpteam dit vanaf een leeg canvas heeft kunnen en mogen neerzetten.
Het is dat wel zuur dat BMW de toen gemaakte belofte, om ‘i’ als een intelligent merk naast BMW door te ontwikkelen, niet heeft waargemaakt. Als ik nu kijk naar auto’s als de i7 of iX, dan denk ik, met enige horreur, dat dat toch niet de weg is naar duurzamere mobiliteit. Zware accu’s in nog zwaardere auto’s zijn volgens mij niet de richting die het merk toen in wilde slaan, maar kennelijk zijn het die auto’s die BMW-klanten nu willen rijden.”
“In onze 400.000 kilometers met de i3’s hebben we nog nooit last gehad van range-anxiety, de relatief kleine accu in de licht ontworpen auto heeft ons altijd gebracht waar we moesten zijn, zelfs naar Parijs heen en weer. Ook het inzetten van de i3 als deel-auto was een effectieve oplossing voor effectiever en duurzamer gebruik van mobiliteit.
Ik vind het interessant om te zien hoe concepten als de i3 tot stand komen en hoe de markt erop reageert. Kijk naar het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht, ontworpen en gebouwd in een tijd dat er heel anders naar wonen en bouwen gekeken werd. Het was daarmee zijn tijd misschien wel te ver vooruit, maar het heeft wel een hele nieuwe trend in beweging gezet. Bij auto’s is dat net zo. Worden er auto’s ontworpen waarom de markt vraagt, of koopt de markt de auto’s die ontworpen zijn? In de ontwikkeling van vastgoed is er meer ruimte om aanbodgericht te sturen, zeker wanneer de locaties een uniek karakter bieden.
Is BMW geschrokken van zijn eigen revolutionaire aanpak met de i3 en i8, geproduceerd in een duurzaam opgezette productielocatie in Dresden? Was de i3 zijn tijd te ver vooruit? Innovatie staat altijd in directe relatie met ‘Ausdauer’, met andere woorden, als je ergens in gelooft, dan is er veel inzet en uithoudingsvermogen nodig om het concept te bewijzen. De moed die BMW het eerste uur had is het merk inmiddels vermoedelijk door te hoge kosten en te lage verkoopaantallen wat in de schoenen gezonken. Dus wordt er gekozen voor auto’s waar de verstokte BMW-rijder misschien wél zonder fundamenteel nadenken naar over wil stappen.”
Na een rondje rijden in de gele BMW i3, waarvan toevalligerwijs een groot gedeelte achter een Tesla Model 3, parkeren we de auto voor het in aanbouw zijnde houten huis. Robert benadrukt nog een keer de overeenkomsten: “Duurzaamheid, ruimtelijke integriteit en uitstekende materiaalkeuzes. En de durf om het anders en beter aan te pakken, ook waar het gaat om opschaling. Van die moed, van ‘think differently’, daar word ik nog altijd vrolijk van.”
Nadat we nog even napraten over de andere projecten in zijn verzameling, zoals de restauratie van een unieke gele Amerikaanse Renault 5 LeCar die hij graag voor de introductie van de Renault 5 E-Tech gereed wil hebben, geeft Robert aan dat er nog een andere BMW hoog op zijn wensenlijstje staat: “Een BMW i8 erbij zou geweldig zijn, wat een icoon! Elektrisch Freude am Fahren, begonnen in 2014, terwijl nu, bijna 10 jaar later, ook de fabrikanten van volbloed sportauto’s pas volgen!”