Zijn vrienden noemen hem ‘autowiki’, en na een boeiende ochtend met Eric Bergamin en zijn Ferrari 365 GT4 2+2 begrijpen we wel waar dat vandaan komt.
Een ontmoeting met deze ‘petrolhead in hart en nieren’ is altijd boeiend en verrassend. De eerste keer schreven we over zijn Maserati Mexico, een auto waarmee hij ook op onze Classics and Coffee in Amersfoort verscheen. Daarna kwam hij op Zandvoort met een metalliek rode Lancia Thema 8.32 (een ex-Rowan Atkinson auto) aan rijden om vervolgens een reisverhaal in te sturen over zijn road trip met zijn Lancia Fulvia MonteCarlo. Bij de zomereditie van ons evenement dit jaar parkeerde hij als verrassing een donkerblauwe Ferrari 365 GT4 in de paddock bij het Eemklooster. Over het hoe en waarom van die auto wilden we meer weten en dus spraken we weer af in Amersfoort.
Bijna alle bovengenoemde auto’s zijn nog steeds in zijn bezit, een gele Fulvia Safari en een Alfa Romeo Spider zijn nog niet genoemd. Naast zijn autobezit blijkt Bergamin een ‘hoarder’ van autoboeken, -tijdschriften, -posters en -folders en heeft hij veel bijzondere modelauto’s en introductiepakketten van legendarische auto’s zoals de F40 en de 288GTO. Ook vrachtwagens hebben zijn aandacht, maar gezien het ruimtegebrek blijft dat beperkt tot miniaturen die noodgedwongen buiten het zicht opgeslagen zijn.
‘Mijn voorkeur gaat uit naar understated, ondergewaardeerde 3-box auto’s en ik heb een zwak heb voor Italiaans design en engineering’
Eric legt uit: “Mijn voorkeur gaat uit naar understated, ondergewaardeerde 3-box auto’s en ik heb een zwak heb voor Italiaans design en engineering. De Lancia Fulvia is een heerlijk licht en fel autootje. De Monte-Carlo daarvan was eigenlijk niets meer dan een actiemodelletje waarmee Lancia de verkoop probeerde te laten meeliften op het rallysucces van de auto. Hij is verrassend ruim en het rijden erin is echt een beleving; sturen, gasgeven en remmen, het is allemaal echt werken. Maar op een lange road trip naar Reims viel me op dat hij zeker niet oncomfortabel is. De gele Fulvia Safari komt uit Zwitserland en is best zeldzaam. De Thema is een heerlijke auto met een onweerstaanbaar fijn geluid. De V8 klinkt meer Amerikaans dan Italiaans, maar met de nieuwe uitlaat die ik er onder heb gezet produceert hij een fijne brom. Het feit dat hij ooit van Mr. Bean is geweest is een leuke bijkomstigheid.”
“In het verleden heb ik nog andere auto’s gehad, waaronder een klassieke Porsche 911, een Aston Martin DB9 en een Lancia Flaminia Sport Zagato. Van de verkoop van die laatste heb ik echt spijt, maar soms is verkopen nodig om een volgende stap te kunnen maken.”
Waar de liefde voor zijn laatste aankoop vandaag komt laat zich uitleggen door een toevallige ontmoeting met een Ferrari Daytona, toen hij nog maar 14 jaar oud was. “We reden toen in Zwitserland langs een parkeerplaats waar heel nonchalant een Daytona geparkeerd stond. Het voelde alsof ik door de bliksem was getroffen en toen we bij ons huis aankwamen ben ik op de fiets gestapt om die auto nog een keer te bekijken. Met mijn camera heb ik ter plaatse drie foto’s gemaakt van die auto, die moet ik nog ergens hebben. Daarmee was mijn bewondering en liefde voor Ferrari een feit.”
Als 15-jarige jongen werd Eric ‘begunstigend’ lid van de Ferrari-club en zorgde hij ervoor bij zoveel mogelijk evenementen en speciale gelegenheden aanwezig te zijn. “Het lidmaatschap was niet goedkoop, maar ik had bijbaantjes waardoor ik me dat kon veroorloven. Je kreeg dan ook uitnodigingen voor zogenaamde voorintroducties zoals die van de Ferrari 456 tijdens de viering van 40 jaar Garage Francorchamps op het Belgische circuit, in 1992.”
Toch heeft het nog lang geduurd voordat Eric zijn eerste Ferrari, de auto die we hier belichten, heeft aangeschaft. Dat heeft vooral te maken met het, naar zijn mening, imago dat rond moderne Ferrari’s en veel eigenaren hangt. Eric: “Het is mij een beetje te veel van ‘kijk mij nou’ en dat is jammer. In een eerder stadium heb ik wel op het punt gestaan om een 456 te kopen maar toen ik na een proefrit overstapte op mijn toen dagelijkse auto, een snelle Audi A7, vond ik dat er te weinig onderscheid was om de investering te rechtvaardigen.”
De persoonlijke autogeschiedenis van Eric is begonnen met de Fiat Ritmo 65L van zijn moeder. “In het dorpje in (tegenwoordig) Lingewaard waar wij woonden was garage Bouwmeister een dealer van Fiat en toen ik nog maar net mijn rijbewijs gehaald had mocht ik van de eigenaar in zijn Fiat 131 Mirafiori en Lancia Thema rijden. Fiat was dus het merk van keuze voor mij en met een Uno SX, een Uno Turbo en ook nog een Punto Turbo ben ik begonnen. We hadden een groot gezin, dus mijn vader reed in een Peugeot 504 Familiale, ook een auto waarvoor ik nog steeds een zwak heb. Gewone auto’s, zoals de Renault 30, Audi 100, Renault 5 en dergelijke vind ik nog steeds erg leuk. Dat maakt de formule van jullie Classics and Coffee ook zo leuk, je ziet van alles, van duur en exclusief tot en met alledaagse leuke auto’s uit het verleden.”
‘De 365 laat zich gemakkelijk sturen en als het gaspedaal diep ingedrukt wordt is er veel koppel om de auto naar hogere snelheden te stuwen’
“De Maserati Mexico is eigenlijkthe closest thing to a Ferrari, en met dat argument heb ik hem destijds gekocht. Deze 365, in blu pozzi, stond te koop bij Wim Prins en ik vond het een prachtige auto, zeker in deze kleur, en na een lang aankoopproces heeft de 365 de Mexico vervangen. De 365 is puurder dan zijn opvolgers, de 400i en de 412, vooral doordat de 365 een twaalfcilinder carburatiemotor heeft terwijl de andere twee een modernere injectiemotor hebben en dan ook veel moderner aanvoelen.”
“De 365 GT4 2+2 is de eerste van de serie 365, 400 en 412 en werd in 1972 in Parijs voorgesteld. De ‘4’ in de naamgeving verwijst naar vier bovenliggende nokkenassen. De befaamde 4,4-liter V12, voorzien van Weber carburateurs, levert 340 pk en is gekoppeld aan een handgeschakelde vijfversnellingsbak. Er zijn slechts 525 exemplaren van dit model geproduceerd en hij is te onderscheiden van zijn opvolgers dankzij zes in plaats van vier ronde achterlichten. Het ontwerp komt van Pininfarina waar Leonardo Fiavoranti het meeste tekenwerk voor zijn rekening nam.”
Dan is het tijd om de Ferrari te ervaren en Eric laat de startmotor lang zijn werk doen voordat de twaalfcilinder tot leven komt. Het interieur, met lichtbeige lederen bekleding, is verrassend ruim en op de grote middenconsole zijn de tuimelschakelaartjes en schuifjes voor airconditioning en andere zaken ware kunstwerkjes die mooi afsteken tegen de houten achtergrond. De 365 laat zich gemakkelijk sturen, ligt stabiel op de weg en als het gaspedaal diep ingedrukt wordt is er vooral veel koppel om de auto naar hogere snelheden te stuwen; het is duidelijk meer een Gran Turismo dan een sportwagen.
Eric vertelt: “De Ferrari is drie jaar jonger dan de Maserati en de ophanging en de wegligging zijn echt veel verfijnder dan die van de Mexico. In de Maserati ben je continu aan het sturen en corrigeren, terwijl deze auto als een blok op de weg ligt. De Maserati is echt een auto uit jaren ’60, terwijlde 365 de jaren ’70 vertegenwoordigt. Ferrari stond erom bekend dat er veel tijd besteed werd aan de fijnafstelling van onderstel en ophanging. Recent ben ik ermee naar Trier gereden, samen met een goede vriend die zijn BMW 3.3 Li had meegenomen. Beide heerlijke reisauto’s die op de bochtige wegen van Duitsland goed tot hun recht kwamen. Wel merk je dat in het drukke Nederlandse verkeer de auto het niet fijn vindt om onder de 100 km/h te kruipen. Dus in files en bij inhouden op snelwegen rijdt hij wat onregelmatig.”
De publieke reacties op de donkerblauwe Italiaan zijn zonder uitzondering positief en gevraagd naar de ambities en dromen van Eric voor toekomstige auto’s blijkt dat de hang naar ‘understatement’ losgelaten gaat worden: Ferrari F40, Ferrari 288 GTO en een oude Alfa Romeo 8C Monza vormen de top drie. Maar: “Ook een Fiat Ritmo Abarth zou ik leuk vinden en ik denk dat ik in de toekomst ook auto’s ga zoeken en kopen om die weer door te verkopen. Ooit heb ik een Ritmo 60CL doorverkocht voor het dubbele bedrag, dus dat zijn leuke dingen om te doen. Speuren en vinden en dan weer door naar de volgende. Ooit heb ik een Audi (Ur)quattro niet gekocht en daar heb ik nog altijd spijt van.”
De volgende generatie, Bergamin’s dochters, zijn ook dol op auto’s en vooral op de Fulvia. Van de ene dochter was de 365 haar trouwauto en de andere dochter rijdt met de Fulvia rally’s en ritten. “Dat kan ze heel goed. Je kunt zien dat jonge mensen veel sneller reageren en beslissen tijdens zo’n rit.” Wat er ook met de collectie van ‘auto-wiki’ Eric gebeurt, de 365 en de Fulvia zullen blijven!
Tekst Frank Goedhart Foto’s Eric Bergamin