Arjen Guikema geeft iedereen die verliefd wordt op een DS het oprechte advies om een deskundige in de arm te nemen om zo veel teleurstellingen te voorkomen. Hij restaureerde zijn DSuper5 uit 1974 in zeven jaar ‘tot op het bot’.
Dit artikel is een ’throwback’ van de oude Octane website 2022′
Onze ontmoeting met Arjen is min of meer toevallig. Bij een fotosessie voor een Nederlandse fabrikant van garagedeuren, in de studio van Mayster in Vianen, komt een prachtige ‘Snoek’ in de kleur Vert Argenté binnenrijden. Aan het stuur Arjen met naast hem zijn vrouw Ans. Via de DS-club waren zij ‘uitverkoren’ om hun DS voor een garagedeur te laten fotograferen en tijdens het wachten kwamen we vanzelfsprekend met hen aan de praat over hun liefde voor Citroën in het algemeen en de DS en 2CV Charleston (van Ans) in het bijzonder.
‘Na jaren aan de restauratie te hebben gewerkt kan ik er zoveel over vertellen dat het een boekje zou kunnen vullen’
Arjan vertelt: “Het is, om precies te zijn, een Citroën, type DSuper5, bouwjaar 1974 en op 25 juni 1974 in Nederland op een kenteken gezet. De motor is een type DX2, een viercilinder-in-lijn met een inhoud van 2.175 cm3. De ‘5’ in de typenaam staat voor vijf handgeschakelde versnellingen. En de kleur is origineel met code AC 527, wat staat voor Vert Argenté, een licht metalliek groen. De motor levert een vermogen van 115 pk en de topsnelheid is 171 km/h. De enige aanpassing die is doorgevoerd is een elektronische ontsteking. De motor is volledig gereviseerd door Sietse Werkman, een doorgewinterde DS-monteur, die toen nog bij garage Wielinga in Wommels werkte. De aanschaf van de DS vond al plaats in 2003, toen hij te koop stond bij Citroën-garage Zwiers in Meppel, waar hij al jaren in de showroom stond; de auto was in 1974 gekocht door de vader van Zwiers.”
“Nadat ik in maart 2010 met pensioen ben gegaan heb ik in 2011 de restauratie van de DS aangepakt, een project dat succesvol werd afgerond in juli 2018. In die jaren zijn er ook wel periodes geweest dat ik aan andere hobby’s heb gewerkt, maar de DS was wel mijn hoofdproject; altijd was er wel een onderdeel ‘onderhanden’. Na jaren aan de restauratie te hebben gewerkt kan ik er zoveel over vertellen dat het een boekje zou kunnen vullen, inclusief honderden foto’s. Zelf ben ik zeker geen werktuigbouwkundige, maar toch heb ik mij de techniek van de auto eigen gemaakt. Weliswaar tot op een bepaalde hoogte, want als er bijvoorbeeld iets met de carburateur aan de hand is, ga ik ermee naar een deskundig automonteur of naar de club.”
“De DS is door mij geheel gedemonteerd en gerestaureerd, ‘tot op het bot’ noem ik dat. Het reviseren van de motor, het lassen van nieuwe deurbakken in de portieren en ander laswerk zoals een nieuwe kofferbakbodem en de afvoergootjes aan de achterschermen heb ik uitbesteed. Ook het spuitwerk is uitgevoerd door een professionele partij. Ieder zijn vak! Door meerdere technische cursussen te volgen via de Citroën IDDS-club, was ik in staat om aan dit project te beginnen. Daarnaast heb ik veel advies gevraagd aan de techneuten van de club en onnoemlijk veel rubrieken geraadpleegd over wat anderen zoal tegenkwamen bij hun eigen DS. De meeste onderdelen die vervangen moesten worden zijn gekocht bij het magazijn van de club.”
‘Drie dagen lang beleefden we één groot Citroën familiefeest’
“Alle overige onderdelen zijn geschuurd of gestraald en voorzien van minimaal drie lagen conservering, waarbij ik voor het chassis en de binnenzijde van de portieren zelfs vier lagen (1 x RX5 en 3 x RX10) heb aangebracht. Alle rubbers, zoals aanslagrubbers en portierrubbers zijn zoveel mogelijk hergebruikt omdat de kwaliteit van de huidige rubbers wat te wensen over laat. Er zijn nieuwe hydrauliekleidingen met afdichtrubbers gemonteerd en ook nieuwe remschijven, remblokken, remzuigers en trommelremmen. Ik vervolg mijn opsomming met een gereviseerde radiateur, een nieuwe waterpomp, thermostaat en slangen voor het watercircuit. Alle bouten, moeren en ringen zijn ‘gepassiveerd’. Waar de dorpelbekleding, de hoedenplankbekleding en rugleuningvulling van de achterbank nieuw zijn, hebben we de rest van de bekleding gewassen en als nieuw herplaatst. De deurpanelen van hardboard heb ik vervangen door een pvc-plaat om kromtrekken door temperatuurverschillen te voorkomen.”
“In juli 2018 kreeg de DS na een lange maar leerzame restauratie een welverdiende APK-goedkeuring. Het jaar daarna reden we ermee naar Frankrijk met als hoogtepunt een bezoek aan het evenement ‘100 jaar Citroën’ in La Ferté Vidame. Drie dagen lang beleefden we één groot Citroën familiefeest. Na afloop hebben we, met nog twee DS-en, de route gereden die Charles De Gaulle wekelijks nam van Parijs naar z’n woonplaats Columbay d’Eglyse in de Vogezen. De DS is een ideale vakantieauto en we brengen hem regelmatig en met plezier terug naar zijn geboorteland.”
“Mijn eigen mobiele geschiedenis begon niet met een Citroën, maar met een motor die ik op mijn 18de kocht. Daar heb ik vier jaar op gereden waarna ik de tweewieler inruilde voor een Fiat 600 met schuifdak. Na een paar maanden kwam daar een Simca 1000 voor in de plaats, gevolgd door een Simca 1100 Spec en nog een Simca 1100. Het lijstje vervolgd met een Ford Escort, twee Citroën BX 14’s, een 2CV6, een BX Turbodiesel, een BX Sport, een CX TRS 2.2, een Xantia, een CX RE Diesel en toen kwam de Dsuper5 erbij. Mijn liefde voor Citroën is voortgekomen uit de vormgeving van de modellen, zoals natuurlijk de spectaculaire SM, maar ook de BX met de hydraulische vering als ruime gezinsauto. En de ‘Deux Cheveaux’ is ook een tijdloze auto met techniek die mij aanspreekt. Het is mijn hobby geworden om aan auto’s sleutelen en waar nodig te restaureren. De interesse voor de DS komt in eerste plaats door de vormgeving en de bijna ongeëvenaarde vering en het rijgedrag. De auto was zijn tijd ver vooruit. Toen de prijs van de genoemde DS in de showroom van Zwiers behoorlijk was gezakt, heb ik de knoop doorgehakt en de auto gekocht. We gebruiken de auto zeker niet dagelijks, daarvoor heb ik een C5 3.0 V6 voor de lange reizen en een 2CV6 Charleston voor kleinere ritjes rond onze woonplaats.”
“Omdat het zo leuk is om auto’s te repareren en te restaureren ben ik op dit moment bezig met een rode 2CV6 Special uit 1982. Het schiet al aardig op, alleen de motor moet nog worden gereviseerd. Na de aanschaf in 1991 heb ik er twee jaar mee gereden en toen ben ik begonnen met het demonteren en restaureren. Maar in 1995 heb ik het hele project weggezet en pas vorig jaar is de draad weer opgepakt.”
“Wanneer iemand verliefd wordt op een DS, dan zal ik het advies geven om een deskundige in de arm te nemen die alle gebreken van een dergelijke tweedehands ‘voiture’ kent. Onze club heeft een mooi handboekje waarin adviezen staan voor aspirant DS-kopers. De huidige prijzen van een DS in deze staat liggen tussen 35.000 en 40.000 euro. Mindere, maar zeker niet slechte exemplaren kosten tussen de 20.000 en 27.000 euro. Mijn DS is vorige maand getaxeerd op 40.000 euro en dat is toch ook een soort compliment. Er zijn zeker nog exemplaren te koop met een dergelijke restauratie, maar veel goede DS-en verdwijnen naar Japan waar grof geld geboden wordt voor een goed exemplaar. Voor mij is dit vanzelfsprekend dé auto, maar soms droom ik nog van een Jaguar XJ III. Of een mooie Citroën C6 die toch ook mooie ontwerplijnen heeft.”