Een Rosalie uit 1933 is het onderwerp van dit Man & Machine verhaal. Volgens Richard van Raai is zijn vrouw Hetty minstens net zo enthousiast over deze Citroën als hij zelf.
“Achter deze zoete, vrouwelijke naam verbergt zich een auto die goed in zijn tijd past. Zuinig, comfortabel en elegant. Wanneer zij op de Franse autobeurs van 1932 getoond wordt, is haar reputatie haar al vooruitgegaan; zij profiteert van de snelheidsrecords van Monthléry.” Dat zijn woorden van Citroën over de Rosalie. De laatste refereren aan de prestaties van de Petite Rosalie als ‘voiture des records’. Destijds waren drie modellen leverbaar: 8, 10 en 15 CV. De 10CV was uitgerust met een viercilinder motor van 1767 cm3 waarmee een topsnelheid van 100 km/h haalbaar zou zijn. Er zijn 18.849 Rosalie’s gebouwd totdat zij plaats moest maken voor de Traction Avant.
“De 2CV6 uit 1983 was onze eerste Citroën, maar al snel kwam daar een AK400 uit 1978 bij. Maar onze Citroën Rosalie 10 AL uit het bouwjaar 1933 is een verhaal apart. Het is begonnen tijdens een bezoek aan een autohandelaar in Brabant, waar ik in een hoek van de garage een oude Citroën zag staan; alleen de grill, koplampen en claxons waren zichtbaar. Hoewel ik nog geen idee had wat voor auto het was, was ik toch op slag verliefd. Op de Citromobile beurs in Utrecht hadden wij voor het eerst echt kennis gemaakt met een Rosalie en het was toen dat wij op het idee kwamen om te gaan sparen voor een ‘hobby project’. Na een rit met de leden van de PATAN (stond oorspronkelijk voor: ‘Propulsion Arrière Traction Avant Nederland) bij Avifauna kreeg ik van mijn vrouw Hetty een spaarvarken met een beginkapitaaltje erin, vijf guldens. Na een tijdje sparen kwam ik op het spoor van een Rosalie in Tilburg. Op een vrijdagavond zijn we gaan kijken en zaterdagmiddag hebben we de auto betaald (met vooral munten van vijf gulden) en thuisgebracht. Een geweldig moment.”
‘Het dak is gemaakt van een houten frame en helaas was dat wel slecht, maar mijn schoonvader was timmerman en hij heeft het frame helemaal nagemaakt.’
“Dat was in december 1997 en nog vele jaren van sparen en werken zouden volgen. Tijdens het demonteren van de auto heb ik heel veel foto´s gemaakt, en daar heb ik nu nog steeds profijt van. Het demonteren ging wel anders dan hoe ik het gewend was met het sleutelen aan de 2CV. Bij de Rosalie gingen de bouten nog redelijk goed los terwijl ik bij de 2CV het merendeel los moest slijpen.
Na veel nadenken, overleg en sparen kwamen we toe aan het echte werk. We besloten om het herstelwerk aan de koets en het spuiten over te laten aan profs. Hetzelfde gold voor de motor, die ik samen met een oldtimerspecialist heb gedemonteerd en ook in elkaar heb gezet. Gelukkig was het plaatwerk hard, zonder al te veel roestgaten; nog echt dik metaal, met zware deuren en spatborden. Het dak is gemaakt van een houten frame en helaas was dat wel slecht, maar mijn schoonvader was timmerman en hij heeft het frame helemaal nagemaakt.”
“Tijdens een rit van de PATAN in 1995 heb ik voor het eerst het genoegen gehad om, samen met Hetty, mee te rijden in de Rosalie van iemand anders. We hebben genoten van de tocht en van de restauratieverhalen van de eigenaar. Het feest was helemaal compleet toen ik ook nog een stukje zelf mocht rijden. Ik ben niet snel nerveus, maar toen wel. Gelukkig was het helemaal te gek.
Voor het restaureren van een klus van deze omvang is een mooie ruimte wel noodzakelijk. In eerste instantie had ik genoeg ruimte bij familie, maar helaas kon ik de auto daar niet afmaken. Dat lag ook aan mijn tempo van herstellen en opbouw, want een aantal jaren heb ik niets aan de restauratie gedaan.
Tijdens de opbouw bleek het zoeken naar de juiste onderdelen niet geheel volgens plan te gaan. Door gebrek aan kennis zijn we een aantal keren met verkeerde spullen uit Frankrijk teruggereden en door het tussentijds verplaatsen van de Citroën zijn we onderdelen kwijtgeraakt. Maar we hebben ook wel eens een mazzeltje gehad, bijvoorbeeld toen we een vrij zeldzaam typeplaatje voor weinig geld vonden op een beurs in Reims. Gelukkig was de auto wel compleet (klokjes, ramen, stoelframes) en was het vooral zoeken naar vervangbare technische onderdelen zoals remschoenen, radiator, bougies en bobine.”
‘De laatste drie jaar heb ik steeds meer de droom gehad om de auto klaar te krijgen voordat ‘zij’ 90 jaar zou worden.’
“In 2013 kregen we eindelijk de beschikking over een garagebox in onze eigen straat, beter dan elders in de stad. Helaas was de Rosalie nog steeds niet zo ver dat ze voor een kentekenkeuring naar de RDW kon. Het werk breidde zich uit van de garage naar de woonkamer, alwaar onderdelen werden geassembleerd. Tijdens het opbouwen waren er diverse momenten waarop ik met de handen in het haar zat. Over een 2CV kan ik redelijk veel vertellen en ik sleutel er in een weekend er zo een ander chassis onder, maar over de vooroorlogse Rosalie moet ik nog steeds veel leren.
De laatste drie jaar heb ik steeds meer de droom gehad om de auto klaar te krijgen voordat ‘zij’ 90 jaar zou worden. In 2022 ging het bouwen wel serieus goed en mede dankzij de hulp van mijn neef (Traction Avant #9) konden we eind vorig jaar toch naar de RDW, de laatste horde. Helaas werd de auto bij de eerste poging afgekeurd vanwege de eisen rond remmen en verlichting, maar ik bleef ik de moed erin houden, ook om de 2023 deadline te halen.”
“De aanhouder wint want na de nodige uren onder de auto om de remkabels en remschoenen correct op elkaar af te stellen was het zo ver. Weer op een eendags-kenteken naar het keuringstation wat eigenlijk wel spannend was, de eerste kilometers in deze auto. In juli vorig jaar was het kenteken een feit. Daarna volgde de eerste echte rit, naar een feestje in de avonduren en we waren zonder problemen uit en thuis. Sinds die tijd hebben we vooral kleine ritjes gemaakt.
Er is nog wel wat te doen aan de Rosalie. De binnenbekleding is nog niet klaar, dus dat heb ik voor deze zomer op de agenda staan. Helaas is begin februari de koppakking kapotgegaan. Daar kwam ik achter doordat er de dag na een leuk stukje rijden opeens ernstige rookontwikkeling vanuit de uitlaat zichtbaar was. Toen ik de bougie eruit haalde liep het water er meteen uit. De schade is nog niet helemaal in kaart gebracht maar vooralsnog lijkt het mee te vallen.
Vanwege mijn ‘Citrofilie’ heb ik een eigen sticker laten maken, die al prijkt op twee van onze auto´s. Maar van mijn dochter mag deze zeker niet op de Rosalie geplakt worden. Wie deze bijzondere vooroorlogse Citroën wil bewonderen raad ik aan om naar de Octane Scramble in Amersfoort te komen. Daar staan wij, als alles goed blijft gaan, namelijk ook!”