In Octane Magazine 070 ontrukte Jan-Bart Broertjes een bijzondere Hoogeveen Aero Sport aan de vergetelheid. Een bijzonder verhaal over vader en zoon Hoogeveen, Tsjechische vliegtuigtechniek en Le Mans. Bart van den Acker stuurde ons daarop onderstaande brief, waarin blijkt dat het verhaal nog een staartje krijgt. Om het meteen maar weg te geven: die auto bestaat nog!
De Aero waarmee Maus Gatsonides en Henk Hoogeveen in 1950 hun klasse wonnen in Le Mans had een bijnaam: ‘Klorus Pluim’, vanwege de blauwe walm van de tweetaktmotor uit de uitlaat.
Ergens in de jaren negentig nam ik voor de zoveelste keer met mijn Alpine A110 deel aan een toerrally van de NRS. Dat zijn altijd een heel gezellige en sociale evenementen, dus zoals ik op de avond voor de start aan de bar sta naast een man die voor het eerst deelneemt, maak ik even kennis. Zijn naam was Aegon van Wijngaarden. Hij reed die keer mee in zijn BMW 2002 Touring, maar… hij had ook nog meer auto’s, een Triumph TR5, en “ik heb nog een sportwagentje, een Aero, maar die zul je wel niet kennen”. Ik vraag dus direct: “Toch niet Klorus Pluim?”. Aegon is stomverbaasd dat ik die naam ken, maar het is ‘m niet. Hij weet wel direct te melden dat de echte Klorus in de opslag staat van een museum in Praag.
Nee, hij heeft een Hoogeveen-Aero. Die kende ik nog niet, maar de verbinding met de naam Hoogeveen is wel logisch. Aegon vertelde me later dat hij als tiener vaak ritten en rally’s reed als navigator met zijn vader. Bij een of ander evenement in de buurt van Eindhoven reed ook dit merkwaardige sportwagentje mee en senior wist direct te melden dat dit de Hoogeveen-Aero was. De auto bleek te koop, voor een klein bedrag, en de vader van Aegon heeft hem kort daarna gekocht voor zijn zoon, terwijl die nog niet eens een rijbewijs had. Dit moet in 1963 zijn geweest. Het jammere is alleen dat er van de geplande restauratie nooit iets terecht is gekomen, al hebben ze er wel ergens een reservemotor bij gevonden.
Aegon ben ik hierna nog veelvuldig bij evenementen tegengekomen. Sporadisch kwam de Aero ter sprake, maar van restaureren kwam het dus niet, sterker nog, met pijn in het hart moest hij toegeven dat de auto vanwege ruimtegebrek al vele jaren achter het huis in weer en wind stond.
We springen naar augustus 2018. Peter Schutte is mij als klassieker-restaurateur zeer bekend, hij heeft onder meer alle personenauto’s in het DAF Museum in perfecte staat gebracht. Dat maakte destijds zoveel indruk, dat ik hem ook de restauratie van mijn Alpine heb toevertrouwd. Peter vertelde al eens eerder dat hij voor een relatie op zoek was naar unieke auto’s, waarvan hij dan uiteraard graag de restauratie wilde uitvoeren. Het kwartje viel: “wat zeg je van de Hoogeveen-Aero?” Met een heel klein beetje tekst en uitleg was wel duidelijk dat dit een geschikt project was. Aegon was na al die jaren wel bereid om afscheid te nemen en zodoende hebben we het wrak, want zo mogen we het wel noemen, in augustus 2018 bij Aegon uit de tuin getrokken.
Merkwaardig toeval? Twee dagen later is in het Zandvoorts Museum de opening van de tentoonstelling over Nederlanders in Le Mans. Hiervoor heb ik een aantal miniaturen van door Nederlanders in Le Mans gereden auto’s ter beschikking gesteld. Na de opening sta ik met een bevriend paar bij een kleine vitrinekast, waarin ik om te beginnen een mij verder totaal onbekend miniatuur zie van… Klorus Pluim! In hetzelfde kastje staat een soort koffiepot van tin. In het deksel is een tekst gegraveerd, die is zo niet te lezen, daarom ligt er een kaartje bij met die tekst. Deze pot is als dank voor de fantastische prestatie van Gatsonides en Hoogeveen door Aero-importeur Englebert aan het tweetal geschonken. Naast mij staat een oudere man, die zodra ik mijn emoties weer een beetje onder controle heb mompelt: “Dat ding heeft al vele jaren bij ons op zolder gelegen”. Vol verbazing vraag ik de man wie hij dan wel is? “Mijn naam is Hoogeveen”, zegt hij. Ik kan hem ter plekke meteen vertellen dat ik twee dagen eerder de Hoogeveen-Aero heb ‘gered’ uit een tuin in Heiloo. Nu is hij verbaasd: “Dat kan niet, want die is naar Amerika verkocht”. Ik weer: “Dat zal best, maar dan is hij toch weer teruggekomen, want hij is in 1963 aan de vorige eigenaar verkocht”. Raadsels te over.
Naar aanleiding van het verhaal van Jan-Bart bel ik Peter Schutte weer eens. Hij kan melden dat de restauratie van de Hoogeveen-Aero niet door hem is afgerond. Enkele jaren geleden is de auto in vrijwel dezelfde staat als we hem uit die tuin trokken doorverkocht aan een Aero-specialist in… Tsjechië!
Bart van den Acker
HET ARTIKEL UIT OCTANE MAGAZINE 070: