In opperste concentratie bouwde Marcel Bollen alle winnaars van de 24 uur van Le Mans én die van Spa, van 1923 tot nu, in miniatuur.
Tekst Frank Goedhart // Foto’s Koen Kuypers
Een jaar nadat de Fransen in 1923 de eerste 24 Uur van Le Mans hadden gehouden, vond ook de Royal Automobile Club Belgium het hoogste tijd om Belgische autofabrikanten de gelegenheid te bieden zich te bewijzen in een langeafstandsrace, waarmee de 24 Uur van Spa was geboren. De eerste editie, toen op het nog 14 kilometer lange circuit van Spa Francorchamps, werd gewonnen door de uit Frankrijk afkomstige Henri Springuel en Maurice Becquet, in een eveneens Franse Bignan 2L.
Honderd jaar later spraken we vader en zoon Marcel en Didier Bollen die, vergezeld door Bollen Sr, klaar stonden om dat weekend voor de zoveelste keer getuige te zijn van ‘de 24 uur’ in de Belgische Ardennen. Een mooie jaarlijkse familietraditie, inclusief – ‘zoals het hoort’ – slapen in een tent, om het evenement maximaal mee te maken.
‘Hij heeft nergens nog een complete collectie van winnaars gezien en vindt Spa zwaar ondergewaardeerd’
Marcel en Didier zijn, samen met de broer van Marcel, de eigenaren van Garage Maestricht, dat zich – in een smaakvol, afgescheiden gedeelte van Parkeergarage Bollen in het hartje van de stad – toelegt op het vinden en verkopen van bijzondere klassieke auto’s. Ze hebben een voorliefde voor klassieke Mini’s en Italianen, maar ook andere merken komen aan bod. “Auto’s die we zelf mooi vinden, zelf gevonden hebben en die in een staat zijn waarvan we zelf ook blij worden”, legt Didier uit terwijl hij naast een ‘Bronzo Metallizzato’ Alfa Romeo 2000 Spider Veloce ‘coda tronca’ uit 1981 staat, een auto die zijn stelling bevestigt.
Het is echter in het woonhuis van Marcel, net even over de grens in België, waar zich zijn unieke verzameling modelauto’s bevindt, bestaande uit alle winnende auto’s van 100 jaar Le Mans én 100 jaar Spa Francorchamps. Volgens Marcel is dat laatste echt bijzonder, want hij heeft nergens nog een complete collectie van 24 uur van Spa winnaars gezien en hij vindt Spa ten onrechte zwaar ondergewaardeerd ten opzichte van de Franse tegenhanger.
Een kleine nis op de overloop van het huis vormt de werkplaats en ‘showroom’ van Marcel. Er staat een klein bureautje met een goede lamp met loep en de wanden zijn gevuld met drie vierkante wandvitrines en een grote antieke apothekerskast, allemaal tot de nok toe gevuld met modelauto’s. Op het bureautje ligt de Fina-Bastos Super Touring BMW uit 1996 als kit klaar om te worden aangepakt. Tijdens de krappe rondleiding op vier vierkante meter legt hij uit dat de twee vitrines respectievelijk ‘Le Mans’ en ‘Spa’ bevatten en dat de grote kast een allegaartje is van Groep 5 auto’s met onder in een complete verzameling Kuifje auto’s. Marcel is duidelijk een verzamelaar die zich zo nu en dan laat verleiden wordt om van zijn hoofdmissie af te wijken.
‘Het kost veel tijd naast mijn baan, het garagebedrijf en mijn gezin, dus wat ik bouw wil ik graag zelf houden’
Op deze plek kan hij zich volledig afsluiten van de rest van de wereld om tot in het kleinste detail geconcentreerd te werken aan de 1:43 modellen van de race- en toerwagens. “Als ik hier zit, dan kan ik me volledig focussen. Mijn telefoon staat uit, de familie weet dat ze me met rust moeten laten en met al het onderzoek dat voorafgaat aan de bouw van een model en het heerlijke priegelwerk dat daarop volgt, kom ik helemaal tot rust.”
Marcel bouwt inmiddels al meer dan 40 jaar modelauto’s en het bezoeken van de races op Le Mans en Spa, droeg bij aan het idee om van beide races de winnaars te gaan nabouwen. Hij kwam er al snel achter dat dat geen eenvoudige taak zou worden. “Dankzij de enorme hoeveelheid modellen uit China is bijna elke auto kant en klaar te koop, maar vroeger was het zaak om een goede basisauto te vinden bij een van de vele fabriekjes die ‘resin’-kits verkochten. Vervolgens bouwde ik die af met eigen toevoegingen en de juiste kleuren en stickers, de zogenaamde ‘decals’.”
“Als er geen model van een auto beschikbaar is, en er gezien de tijd waarin de auto racete, ook geen kleurenfoto’s van zijn, dan wordt het echt een uitdaging om de racer uiteindelijk als model na te bouwen en realistisch af te maken. Een mooi voorbeeld is de Excelsior, de enig Belgische auto die ooit in Spa de 24 Uur gewonnen heeft. Dat lukte in 1927 met Robert Sénéchal en Nicolas Caerels aan het stuur, maar al een half jaar later was het automerk failliet en verdween van de markt. Op alle zwartwit foto’s die ik online heb kunnen vinden leek het alsof de auto zwart was, maar iemand wees me op het feit dat in die tijd de kleur op de foto sterk kon afwijken van de echte kleur. De Belgische racekleur was geel en dat bleek de goede kleur te zijn voor de Excelsior.”
Hoe maak je een auto waar geen model van bestaat? Voor de Excelsior heeft Marcel een Blower Bentley van het merk Spark als basis gebruikt en die tot in detail omgebouwd. “Daar zit veel handwerk in. De spatborden heb ik van hout gemaakt en ik gebruik allemaal restmateriaal om onderdelen na te maken. Hier wordt niets weggegooid, zelfs het omhulsel dat om de kurk van een fles wijn zit kan ik gebruiken om bijvoorbeeld bedrading na te bootsen.”
Als volgende voorbeeld van ‘veel werk’ pakt hij een Aston Martin 2 Litre Sport uit de vitrine; de winnaar van 1948 met coureurs John Horsfall en Leslie Johnson. De basis, een model van de straatauto, leek in niets op de raceauto, maar met veel puzzel- en monteerwerk staat er nu toch echt een replica in de vitrine.
Er gaan ongeveer twintig uur zitten in de bouw van een modelauto, reden dat Marcel vriendelijk alle verzoeken afwijst om in opdracht van iemand anders een auto te bouwen. “Het kost veel tijd naast mijn baan, het garagebedrijf en mijn gezin dus wat ik bouw wil ik graag zelf houden. Ooit heb ik voor een vriend op verzoek zijn speciale Ferrari in model nagebouwd, maar toen die af was had ik grote moeite om er afstand van te doen. Daarom heb ik nog nooit een modelauto verkocht.”
Ook het bouwen van de eerste winnaar, de Bignan 2L, was een uitdaging. Uiteindelijk heeft Marcel via de vele fora die hij online bezoekt (zoals het Franse Caradisiac) een basisauto gevonden in de Verenigde Staten, die hij na lang onderhandelen heeft kunnen kopen. Hij legt uit: “De fabriekjes die resin-kits leveren zijn zeldzaam geworden. Het waren vooral bedrijfjes in Engeland en Frankrijk, zoals Mikansue Competition (afgeleid van ‘Mike and Sue’) uit de UK. Als resin-kits als basis ontbreken is de volgende optie een zogenaamde ‘trans-kit’ van Solido te kopen. Dat zijn complete auto’s waar je aanpassingen op moet doen, zoals het uitbouwen van spatborden, spuiten, aanbrengen van de juiste ‘livery’ en dergelijke. In de tijd ben ik ingehaald door de modellen van Spark, dat onlangs ook een serie ‘special editions’ van Le Mans heeft uitgebracht. Ik schroom niet om de nieuwere winnaars gewoon compleet van Spark te kopen; de detaillering, kwaliteit en juistheid, daar kan ik niet tegenop bouwen.”
Marcel heeft vanzelfsprekend enkele favorieten in de collectie, waaronder de Bignan, de Excelsior en ook de Alfa Romeo 8C met racenummer 38, die de 24 Uur van Spa in 1932 won. Het uitspitten van oude foto’s gaf veel informatie, onder meer dat speicifiek voor deze race er een set extra, neerwaarts gerichte koplampen op nummer 38 waren gemonteerd. Die zitten natuurlijk ook op Marcel’s model. Het jaar 1938 was het eerste waarin de Alfa’s het gele SF schild voerden. De Scuderia Ferrari zette met nummer 38 en 40 met succes twee Alfa’s in. Typisch voor die tijd was het racenummer, dat op een staand schild achter de bestuurder omhoogstak.
De grote vraag die rijst nu de collecties compleet zijn is wat nu? Marcel heeft zich gestort op het maken van diorama’s rond de auto’s. Zo staat de Belgische Excelsior in een period-correct omgeving waarvoor zelfs de borden met ‘Stavelot’ en ‘Vielsalm 23k’ nauwkeurig nagemaakt zijn vanaf oud fotomateriaal. De Mazda RX7 van Tom Walkinshaw en Pierre Dieudonné, winnaars in 1981, is mooi opgenomen in een decor van een nagebouwde pitstraat met correcte betonnen pitboxen en de juiste reclames op de wanden. In dat jaar werd inmiddels gereden op het zeven kilometer lange circuit en was de race onderdeel van het European Touring Car Championship. Ook het mooie diorama met de Bastos Chevrolet Camaro geeft aan dat Marcel hierin een nieuwe richting gevonden heeft. De menselijke figuurtjes koopt hij in, maar en die worden indien nodig boven een brandende kaars de juiste vorm vorm gegeven en later geschilderd.
Het is bijzonder om in één vierkante meter vitrine de hele racegeschiedenis van de 24 Uur van Spa bij elkaar te zien. Te beginnen met de Bignan uit 1924, de Alfa Romeo 6C’s en 8C’s die tussen 1928 en 1938 maar liefst zeven keer met de overwinning aan de haal gingen, de Porsche 911’s, de Ford Capri’ RS’en van Jochen Mass en Hans Joachim Stück, de BMW3.0 CSL’s en later de 528i, 635 CSi en M3’s tot en met de Viper’s en drie winnende auto’s tussen 2005 en 2008, de Maserati MC12’s. De meest recente winnaars op de bovenste plank zijn de BMW M4 GT3 (winnaar 2023) en de Mercedes-AMG GT3 EVO (2022).
Op het moment dat we afscheid namen van Marcel en Didier, na enog even foto’s gemaakt te hebben van beide heren naast de allereerste in Nederland geregistreerde Mini Cooper (met een correcte laag stof erop), wisten we nog niet dat de collectie aangevuld moest worden met de winnende Aston Martin Vantage AMR GT3 EVO van dat weekeinde. Didier, Marcel én Opa waren er zelf bij, dus op de terugweg zal Marcel vast al bedacht hebben hoe hij dat gaat aanpakken.