Toen we in oktober 2019 op bezoek waren bij Robert Bart, had hij voor elk soort gebruik een auto in zijn bescheiden collectie. Een Saab 9-3 Turbo X, een Jeep Cherokee, een Honda S2000 en een bruine Saab 96 uit 1976. Op de Octane Scramble in mei bleek hij voor de categorie ‘klassieker’ een stijlvolle Rover P6 3500 V8 te hebben geselecteerd.

“De Saab 96 was een geweldige auto die ik in 2014, samen met mijn vriendin, met een aanhanger achter mijn auto, uit Zweden had opgehaald. Het doel, om er samen rally’s mee te rijden, bleek al snel niet bij ons te passen waarna ik mijn technische ziel en zaligheid aan de auto heb gegeven om hem helemaal perfect te krijgen. De Saab met de dikke impactbumpers heeft ons tot aan de verkoop in 2021 toch veel plezier gegeven, maar omdat het een erg Spartaanse auto met veel beperkingen in het comfort en gebruik was besloot ik te gaan zoeken naar de droomauto uit mijn jeugd, een Rover P6.

De liefde voor een P6 stamt uit mijn verleden waarin ik op meerdere manieren in de ban ben gekomen van het ontwerp van deze Rover. Het begon met een P6 die bij ons thuis in de straat geparkeerd stond, volgens mij was hij van de directeur van een watersportbedrijf. Ook stond er tijdens mijn studententijd een Rover P6 in de showroom van het autobedrijf (Molenaar) tegenover station Amersfoort. Voor of na mijn treinreizen ben ik vaak even binnen gaan kijken om de P6 te bewonderen. De Rover P6 is in mijn geboortejaar 1963 op de markt gekomen; ook weer een linkje.

Toen eenmaal duidelijk was dat ik een Rover P6 wilde hebben ben ik op zoek gegaan. De eerste die ik zag was prachtig; een donkerblauw exemplaar dat te koop stond bij The Gallery in Brummen. Vreemd genoeg viel de auto mij tijdens de proefrit enorm tegen. Er waren allemaal kleine onvolkomenheden en ook de wegligging en het rijden overtuigde niet. De mensen bij The Gallery waren van het tegendeel overtuigd, maar ik heb hem toch maar daar laten staan. Met mijn Saab 96 ben ik daarna in Naarden terechtgekomen bij een klein autobedrijf waar een P6 te koop stond. De eigenaar van de garage was zeer geïnteresseerd in mijn Saab en hoewel ik zijn P6 niet gekocht heb, heeft hij even later wel mijn Saab gekocht! Leuk hoe dingen kunnen lopen.

Bij Berry Smink British Carparts in Hooglanderveen heb ik deze Rover gevonden. Het is een 3500 V8 uit 1972 in mosterdgeel ‘almond’. Eigenlijk vond ik deze kleur niet mooi, maar bij een volgend bezoek zag ik dat het wel bij deze stijlvolle auto paste en sindsdien ben ik hem alleen maar mooier gaan vinden. In januari van 2021 heb ik, midden in de Corona-periode, mezelf een Rover P6 cadeau gedaan.

“De P6 wordt wel vergeleken met de Citroën DS, vanwege het ontwerp en de manier waarop de losse plaatdelen op een skeletframe zijn bevestigd”

Het is een geweldige auto en ik vond het leuk om er op de Octane Scramble veel positieve reacties over te krijgen. Wel was ik bang dat hij door de hoge buitentemperatuur en het gevaar van een ‘vapour-lock’ niet zou starten bij het wegrijden, maar dat viel mee. Het was niet de enige P6 en ik heb een leuk gesprek gehad met de eigenaar van de andere, een meer gemodificeerd exemplaar met de Britse vlag op het dak. De Rover P6 is nog een ontwerp van voor de tijd dat Rover aan British Leyland toegevoegd werd. Het ontwerp van David Bache is een revolutie ten opzichte van dat van zijn voorganger, de veel klassiekere P5. De P6 wordt wel vergeleken met de Citroën DS, vanwege het ontwerp en de manier waarop de losse plaatdelen op een skeletframe zijn bevestigd. In 1963 werd deze Rover verkozen tot Auto van het Jaar. Zelf vind ik het ontwerp iconisch; de vorm herken je uit duizenden en is niet te vergelijken met enige andere auto uit die tijd. En hoe bijzonder is het dat het reservewiel boven op de achterklep is geplaatst, terwijl er in de grote kofferruimte plaats genoeg voor is. Mijn auto is een exemplaar uit de facelift serie die in 1971 werd geïntroduceerd, herkenbaar aan de kunststof grille met ruitmotief. De motorkap is van aluminium en de raamlijsten zijn niet verchroomd, maar gemaakt uit geborsteld roestvast staal.

Omdat ik het leuk vind om zelf aan mijn auto’s te werken, heb ik al wel een paar dingen op het lijstje staan die ik aan wil pakken. De oliedrukmeter doet het niet en ik vermoed dat de oorzaak te vinden zal zijn in de bedrading van de Rover. Dus over niet al te lange tijd ga ik de complete draadboom vervangen om deze en andere storingen op te lossen. Dat zal nog een klusje worden, maar wel leuk om te doen. Berry heeft de versnellingsbak al vervangen en de remmen aangepakt.

Bij een Rover P6 onderdelenspecialist in Nijkerk heb ik originele, groen getinte ramen gekocht en die heeft Berry er voor me ingezet. Dat is echt een mooie toevoeging aan de uitstraling van de auto. De onderkant is getectyleerd dus op die plek hoef ik geen roest te verwachten. Als perfectionist wil ik ook graag de bekleding van de vloer in het grijs uitvoeren terwijl ik het skai van de zetels is wel mooi laat zitten. Dan moet er ook nog iets gebeuren met de stuurkogels, want daar voel en hoor ik iets, en komen er nog nieuwe schokdempers op.

Het rijden met de Rover is zijdezachte ervaring. De motor maakt nauwelijks toeren als je rustig optrekt en dankzij het ingenieuze veersysteem, met de veren horizontaal gemonteerd waardoor de veerweg altijd compleet verticaal blijft, is het net een vliegend tapijt. De automaat schakelt na een paar meter rijden al meteen naar twee verzet en niet lang daarna naar drie. Omdat ik dacht dat dat niet klopte ben ik ermee teruggegaan naar Berry, maar het blijkt dat de Rover zoveel koppel heeft dat de derde versnelling in de meeste gevallen de beste is. Als ik het gaspedaal diep intrap schakelt hij wel snel terug en dan laat de 3,5-liter V8 zich ook opeens krachtig horen.

Het is zo mooi om te zien hoe het ontwerpen van auto’s in die tijd nog iets te maken had met de schoonheid van het kleinste detail. Als ik alleen al naar de draaihendeltjes van de kleine driehoeksraampjes kijk; gewoon prachtig vormgegeven kunstwerkjes. Op de rechtopstaande unit waarin de clignoteurs en de stadverlichting zijn opgenomen steekt een piefje boven de motorkap uit en dat licht op als je de verlichting aan hebt. Hiermee zie je niet alleen dat de verlichting aan is, maar je kunt de auto er ook perfect mee positioneren in krappe parkeerplaatsen. Zelfs het geluid van de clignoteur is een sjiek ‘ploenkje’ in plaats van een harde tik.

Naast de Rover heb ik nog de Honda S2000, een heerlijke auto die ik al acht jaar in bezit heb en de Jeep Cherokee Classic uit 2000. Met die laatste wil ik dit najaar de beroemde kustweg in Schotland gaan rijden; een heerlijke auto om in slecht weer de Schotse Hooglanden mee te bedwingen. De Rover blijft. Maar als ik ooit verleid word door een Ferrari 400 of een Corvette C4, zal ik toch weer moeten puzzelen om het wagenpark tot in totaal vier auto’s te beperken.

Man & Machine

Rover P6 (1972)

Robert Bart

Lees het verhaal over de Saab 96, Honda S2000 en Jeep Cherokee van Robert hier: link

 

 

× Wil je direct contact?