Het lijkt een goede gewoonte van Eric Bergamin te worden om af en toe met zijn vrienden een mooie roadtrip te maken. Vorig jaar koos hij zijn Lancia Fulvia uit voor de trip, maar dit keer heeft hij zijn Maserati Mexico uit 1970 van stal gehaald. De tweede auto is een Mercedes-Benz ‘Strich 8’ 280 automatic uit 1972; tijdgenoten dus. Geniet van zijn reisverhaal!

Maserati Mexico (1970) en Mercedes-Benz ‘Strich 8’ 280 Aut (1972)

“Net als vorig jaar hebben we als vrienden besloten om weer een roadtrip te maken, dit keer door het Bergische Land en Sauerland. Het was een prachtige rit want de mooie combinatie van natuur en zware industrie, die Duitsland nu eenmaal heeft, voerde ons langs fotogenieke plekken.

‘Onderweg worden veel duimen opgestoken naar de Benz, een teken dat de ‘Strich 8’ nog steeds bekend en gewaardeerd is.’

Op een half bewolkte dag in mei 2023 stapten we in de auto voor een mooie rit naar Duitsland. Meer specifiek: we wilden een deel van de Panoramaroute van het Bergische Land, ten zuiden van het Ruhrgebiet, rijden. De keus voor twee klassieke auto’s uit begin jaren ’70 vereist wel meer voorbereiding, want we wilden ‘reizen zoals vroeger’. Dus niet jakkeren over de Autobahn en zoveel mogelijk kilometers maken, maar rustig aan, genieten van het landschap en zo veel mogelijk ‘Landstrassen’ rijden.
Na een lekkere lunch bij de brasserie van een klassieke autodealer in Uden waren we klaar voor vertrek. Even voorstellen: ‘we’ zijn Henk en zijn zonen Rimmert en Jorrit en ikzelf, de schrijver van dit stukje. De auto’s: een prachtig Duits icoon uit de jaren ’70: een Mercedes-Benz ‘Strich 8’ 280 automatic (1972). De andere, een in Duitsland tamelijk onbekende GT: een Maserati Mexico uit 1970.

De eerste etappe voerde ons richting Wipperfürth (grofweg 50 km ten noordoosten van Keulen), midden in het Bergische Land. Het was vrijdagmiddag en de Duitse spits is altijd wat vroeger dan de Nederlandse en we moesten dwars door het Ruhrgebiet. Maar na een kronkel aan snelwegen konden we achter Gelsenkirchen, vlak voor we in de eerste file dreigden te komen, de snelweg verlaten om binnendoor te gaan rijden, recht naar het zuiden. Vanaf Enneptal ging het verder zuidwaarts en daarna konden we eindelijk onze favoriete wegen rijden: smalle, slingerende weggetjes over toppen en door dalen. Soms wel 400-600 meter hoogte, een waar genot. Drie uur rijden vanuit Nederland en je waant je gelijk heel ver weg!


We stopten een paar keer om te genieten van het landschap en om foto’s te maken en, zoals op begeleidende foto’s te zien is, niet alleen van het natuurschoon. Onderweg worden veel duimen opgestoken naar de Benz, een teken dat de ‘Strich 8’ nog steeds bekend en gewaardeerd is. Ons exemplaar is dan ook in uitzonderlijke staat en de rode kleur staat opvallend goed. Probeer die kleur maar eens op een moderne E-klasse of erger, een EQE. ’s Avonds werden we vanaf de Stammtisch in het restaurant waar we eten aangesproken: “Wat een prachtige auto zeg, de 280. Maar, waarom heeft hij eigenlijk bumperrozetten? Die waren niet ‘serienmässig’ hoor in de jaren zeventig! Is het soms een import?” Uh, ja, beste Stammtisch vrienden, het is oorspronkelijk een Oostenrijkse auto die vervolgens naar Griekenland is geëxporteerd. Wat die blauwe auto eigenlijk is? Ah so, ein Italiener? Hmm.

De liefde van Duitsers voor de klassieke Benz zit diep, zo bleek ons ook de andere dagen. Overal wordt er gekeken, of het nou bij het tanken is, of gewoon onderweg. Eén keer werden we achterna gereden door een enthousiaste Duitser, leeftijd begin 70, zo schatten we in. Uiteindelijk zin we gestopt om te horen dat hij een hele garage vol heeft staan met /8 modellen in alle soorten en maten. Of we ’s avonds wilden komen kijken… Aantrekkelijk, maar helaas wij waren op doorreis en het was onze laatste dag, dus dat feest ging niet door.


Wellicht is de aandacht voor de Benz zo groot omdat we verhoudingsgewijs weinig andere klassiekers zagen. Een keer een Kever, een roestige Amerikaan uit de jaren ’50, wat VW-busjes en dat was het dan ook wel. Zo’n prachtig gebied nodigt uit om heerlijk te toeren, dus het was ons een raadsel waarom dat niet gebeurt. Rijd eens een uurtje over de Veluwe en je ziet tientallen klassiekers als het een beetje lekker weer is. We speculeerden onderweg wát daar nou de oorzaak van is, en bij het eerste tankstation hadden we een mogelijke oorzaak gevonden: het is in het hele gebied verboden om E5 te verkopen. Geen enkele pomp heeft E5, wel E10 98. Onze auto’s willen liefst Racing V-power 100 of Ultimate 102. Alleen de laatste is volgens info van de producent overigens vrij van ethanol. Gelukkig hadden we genoeg reserve om uiteindelijk in het Sauerland wel E5 te kunnen tanken, maar vreemd was het zeker. Duitslandreizigers met een klassieke auto: u bent gewaarschuwd!

De tweede dag voerde ons van het Bergische Land naar het Sauerland. De volgende stop lag via de kortste weg op bijna twee uur rijden, maar wij presteerden het om er bijna zes uur over te doen. Vanuit Wippfürth gingen we kriskras eerst naar het zuidoosten via Halver, om vervolgens dwars door skigebieden en door prachtige bossen bij Olpe aan te komen.
Midden in die bossen kwamen we langs de afgraving van Meinerzhagen. Duitsland lijkt heel duaal. Boven op de toppen van het gebied zie je windmolens, waar je maar kijkt, maar vervolgens zijn er in de dalen nog veel actieve mijnen en steengroeven, zoals de groeve waar we hebben besloten om te stoppen voor een fotoshoot. De fotografen onder ons waren zeer enthousiast en de foto’s zijn top geworden. Het contrast tussen zware industrie en prachtige natuur wordt in de foto’s zichtbaar, het gebied zit vol tegenstellingen.

Via de B55, een mooie en van goed asfalt voorziene Landstrasse zijn we vervolgens vanuit Olpe in noordoostelijke richting gereden. Ons volgende doel was Warstein, waar een bezoek aan de bierbrouwerij was gepland. De B55 was een fijne metgezel voor onze auto’s. De Benz voelde zich hier op zijn gemak, want al dat gepriegel op die smalle en soms steile bergweggetjes vond de chauffeur dan wel leuk, maar de auto is meer op zijn gemak op de lange doordraaiers van de Landstrassen waar je een relatief hoog tempo kunt rijden. De Maserati houdt er eigenlijk ook veel meer van om de benen te strekken en met de immer aanwezige V8-sound wat meer op de achtergrond lekker kilometers de maken. Het gemiddelde ging op deze bijna 100 km lange weg omhoog, zonder dat we ons principe van ‘reizen zoals vroeger’ tekortdeden. Onderweg werd de waterdichtheid van onze auto’s meermaals op de proef gesteld toen we door pittige onweersbuien reden. Gelukkig bleef binnen alles droog en doen de kleine ruitenwissertjes het maximale. Bij dit soort dingen merk je welke vlucht de autotechniek in 50 jaar heeft genomen. Om over ventilatie en beslagen ramen maar te zwijgen.

De proeverij na afloop was nagenoeg ongelimiteerd, maar wij hielden het natuurlijk bij een klein biertje; ‘don’t drink & drive’.

Brauerei Warsteiner is een absolute aanrader voor wie in de buurt is. De rondleiding (vooraf boeken) is aan te raden en het verhaal van de eigenaren van de brouwerij, de Familie Cramer, klinkt als een jongensboek in de wereld van de grote bierproducenten. De proeverij na afloop was nagenoeg ongelimiteerd, maar wij hielden het natuurlijk bij een klein biertje omdat we nog een stukje wilden rijden; ‘don’t drink & drive’.

De volgende dag wachtte ons wederom een prachtige route, vanuit Warstein richting Möhnesee, waar het bergachtige land overging in een veel vlakker gebied. De afdaling namen we vlot en de auto’s hadden het goed naar de zin. De verschillen in temperament tussen de Mercedes en de Maserati zijn groot: berg op of berg af, het maakt voor de 280 totaal niet uit, hij blijft stoïcijns (of moeten we zeggen: Duits) rustig. Zelden verheft hij zijn stem, of het moet zijn als de tweede trap van de carburateur in werking komt. Dan schiet eerst het volume omhoog, vervolgens komt de voorkant van de auto omhoog als een schip dat versnelt en pas dán komt er een opmerkelijke versnelling. Bij het remmen duikt de carrosserie, net zo goed als hij nogal hangt in de bochten. Rustig, vloeiend rijden past het best bij de Mercedes. Geen stress! Hoe anders is de Maserati. De V8 brult berg-op en knalt naar beneden, zelfs met vlammen uit de uitlaten want de dubbele Weber’s sturen de brandstof ongebruikt de uitlaten in. Power zát en dat zul je horen ook! De remmen voldoen, meer niet, dus daar moet je rekening mee houden. Net zoals het feit dat de auto steeds nadrukkelijk een eigen koers wil bepalen als een onwillige diva. De ballonbanden (205×15) zijn flexibel en dus wat wollig en spaakwielen helpen ook niet voor het stuurgedrag; je bent echt aan het werk. Geeft niet, dit is reizen zoals vroeger. Onthaasten met een snelle auto en zó bezig zijn dat je geen tijd hebt om afgeleid te worden, zoals je dat in de Nederlandse file maar al te vaak hebt. Heerlijk!


Via Sundern (600 meter hoogte!) en Plettenberg koersten we zuidwestwaarts. Onze tussenstop was bij de autovrije ARD-zendmast bij Herscheid, waar we na een wandeling van drie kwartier ontdekten dat je alleen met cash kon betalen. Duitsland! Gelukkig hadden we genoeg geld meegenomen maar omdat dat in de auto lag, moesten we nog een keer heen en weer. Dus, uiteindelijk toch de auto maar gepakt. Via de Aggertalsperre (een prachtig stuwmeer) bereikten we onze laatste stop: Lindlar. Vandaar zijn we de volgende dag langzaam weer richting de Autobahn bij Leverkusen gereden en terug naar Nederland; terug naar het nu van 2023.
Duitsland wat ben je prachtig! Geen drempel gezien, de Schnitzels en Spargel waren heerlijk, de lokale biertjes verfrissend en de mensen allemaal vriendelijk en behulpzaam. Het hielp om ons motto waar te maken: reizen zoals vroeger. Het was een prachtige roadtrip, de auto’s hebben de ruim 1.000 km volbracht zonder ook maar een slag te missen. We gaan alvast nadenken over de volgende!

Heb jij ook een mooie reis voor de boeg of achter de rug? Schrijf een reisverhaal en stuur dit met foto’s in naar frankgoedhart@octanemagazine.nl

× Wil je direct contact?