We bezochten de expositie ‘Supercars of the 90’s’, die van 5 juli tot en met 1 september in het Louwman Museum te bewonderen is.
Omringd door kreten zoals ‘dik, dikker, dikst’, ‘snel, sneller, snelst’ en ‘cool, cooler, coolest’ heeft het Louwman Museum een imposante collectie supersportwagens samengebracht die nu te bezichtigen zijn in het mooie museum in Den Haag. Meerdere superauto’s zijn niet eerder in Nederlands getoond en een enkele auto ziet zelden het daglicht, dus er zijn genoeg redenen voor een bezoek.
De aanleiding voor de expositie is volgens het museum helder: “We belichten de supercars uit die tijd, want in dat decennium leek er een ware gekte rond high performance sportwagens te ontstaan. De basis daarvoor werd al in de jaren ’80 gelegd. Er ontstonden nieuwe merken en vooral voor het begin van de jaren ’90 waren er veel introducties. Het was een financiële crisis rond 1992/93 die de gefortuneerde autoliefhebbers terughoudend maakte, waardoor de orderintake voor supercars instortte en nieuwe sportwagenmerken failliet gingen of projecten voortijdig werden beëindigd. Toch zijn er tal van interessante en imponerende supersportwagens in de jaren 90 verschenen.”
Het begrip ‘supercar’ is min of meer gedefinieerd als gelimiteerd productievolume, minimaal 500 pk en een topsnelheid van ruim 300 km/h. Daarbinnen is een diversiteit aan auto’s te bewonderen, onderverdeeld in meerdere categorieën: productieauto’s, limited editions, homologatie-auto’s en prototypes. Sommige auto’s zijn niet eerder in Nederland getoond, zelfs niet in de Benelux.
De collectie bestaat uit:
Productiemodellen:
Aston Martin Vantage V600
Bugatti EB110 Super Sport
Vector W8
Limited Editions
Ferrari F50
Jaguar XJ220
McLaren F1
Homologatiespecials
Mercedes CLK GTR Strassenversion
Nissan R390 GT1 (eigendom van coureur Erik Comas)
Porsche 911 GT1 Strassenversion
Toyota GT-One street
Prototypes
BMW M8 E31
Mercedes-Benz C112
Octane Magazine kreeg de unieke gelegenheid om voorafgaand aan de tentoonstelling een reportage te maken over de indrukwekkende Toyota GT-One en de Nissan R390 GT1 Street. Volgens het GT1 reglement moest van de aan de 24 Uren van Le Mans deelnemende racewagens minimaal één straatauto worden gebouwd. Die unieke enkeling is door Nissan nooit verkocht, maar de auto die nu in Den Haag staat is de Le Mans racer van Erik Comas, die 20 jaar na de race is gerestaureerd en omgebouwd naar ‘straatlegaal’. De Toyota is de officiële straatversie die met een dubbel geblazen 3,6-liter V8 een vermogen levert van 550 pk (teruggeschroefd van 620 pk). Lees het in Octane Magazine 071 dat in begin augustus uitkomt.
De tentoonstelling wordt door ons van harte aanbevolen. Gaan!