Dat zijn de veelbelovende woorden waarmee Renault, afgelopen week in Flins, de 5 Turbo 3E heeft onthuld, een 540 pk zakraket waarvan in totaal 1980 exemplaren zullen worden gemaakt.

Onmiddellijk nadat Renault de komst van de 5 Turbo 3E bekend maakte, rees de vraag waarom sportmachines als deze niet aan specialist Alpine werden overgelaten. Sandeep Bhambra (chief designer advanced design, concept cars) legde ter plaatse uit dat Renault een klinkende historie in de rallysport heeft met de 5 Turbo uit de jaren ’80 en waarom zou het niets aan die historie mogen toevoegen in de vorm van een eerbetoon als dit? Een reden om zich achtergesteld te voelen heeft Alpine niet, het is immers met een eigen team vertegenwoordigd in de eredivisie van de autosport, in de Formule 1, een wereldpodium en dat heeft het geen windeieren gelegd. De verkoopcijfers van de A110 hebben na de entree in de F1 in enorme boost gekregen.




Een factor is wellicht ook dat je een concurrent beter in eigen huis kunt hebben dan elders, dan belanden de verdiensten immers sowieso op jouw bankrekening, het maakt niet uit van welk merk ze komen. Dat die gedachte ook bij Renault en Alpine leeft wordt geschraagd door het feit dat de 5 Turbo 3E bijna volledig door Alpine is ontwikkeld, terwijl ook de collega’s van Mobilize en Ampere, twee andere bedrijven in de Renault Group expertise hebben ingebracht.
Renault claimt in zijn persinfo naast een vermogen van 540 pk en een krankzinnig hoog koppel van 4800 Nm (2400 Nm per wiel)
Renault ziet de 5 Turbo 3E als de eerstgeborene van een nieuwe klasse, die der mini-supercars. Beloofd worden een extreme wendbaarheid, indrukwekkende prestaties en spectaculaire driftmogelijkheden. Hij zal voorzien zijn van een 800 Volt architectuur en met een 350 kW bron ultrasnel nieuwe energie kunnen laden, in vijftien minuten van 15 naar 80% lading. Renault belooft een acceleratie van 0 naar 100 km/h in minder dan 3,5 seconden en een koolstofvezel superstructuur, waardoor het gewicht niet meer dan 1450 kilo zal bedragen. De 5 Turbo 3E heeft een wielbasis van 2,57 meter – langer dus dan de Renault 5 E-Tech – en is 4,08 meter lang, 2,03 meter breed en 1,38 meter hoog. Hij heeft de lengte van een stadsauto, maar de breedte van een supercar. Renault belooft ook ‘verrassend veel’ bagageruimte.

De 5 Turbo 3E is een echte tweezitter, met een carrosserie van koolstofvezel. Onder de brede wielkasten verbergen zich 20-inch wielen, elk achterwiel is voorzien van een eigen elektromotor. De beide motoren bevinden zich in de wielen, wat kwetsbaarheid suggereert, ze ontvangen immers dezelfde klappen als de wielen, maar Renault zegt dat daarvoor een oplossing is gevonden. De motoren worden onafhankelijk aangestuurd, wat een extreem grote wendbaarheid mogelijk maakt – om van bizarre driftkwaliteiten maar niet te spreken.



Renault claimt in zijn persinfo naast een vermogen van 540 pk en een krankzinnig hoog koppel van 4800 Nm (2400 Nm per wiel), meer dan het dubbele van hetgeen een 1900 pk Rimac Nivera S hypercar aan trekkracht levert. Wie er het circuit mee op wil, zal het fijn vinden om te weten dat de 5 Turbo 3E een top heeft van 270 km/h en meerdere rondes kan rijden waarin hij die snelheid kan aantikken. Voor extra inhaalvermogen kan een extra stoot vermogen geleverd worden met een knop op het stuurwiel. Ook de mate van regeneratief remmen worden kan worden ingesteld – op vier niveaus. De beschikbare rijdmodi zijn Snow, Regular, Sport en Race, in welke laatste zich ook de drift-assist-functie laat activeren.

Een prijs was bij het ter perse gaan van deze editie nog niet bekend gemaakt en ook waar deze snelle 5 gebouwd gaat worden is nog geheim. De eerste leveringen vinden plaats in het voorjaar van 2027.
