Neem mijn Cord Winchester van 1937. Hij was een sensatie toen hij nieuw was. Het was Amerika’s eerste massa-geproduceerde voorwielaandrijver. Hij had koplampen die zich in de voorschermen konden verschuilen. Het was ook de eerste auto met een claxon ring en een deurtje dat de tankdop afdekte. Er zaten nog meer innovaties in, zoals een elektrisch ondersteunde selectorhendel voor de transmissie. Helaas had het bedrijf onvoldoende middelen om te zorgen dat al die gadgets goed werkten en voordat je het wist hadden die Cords de reputatie onbetrouwbaar te zijn.

Warmlopen was een van de grote problemen, wat betekent dat je er in Californië heel fijn mee kunt rijden van december tot begin juni, daarna (je raadt al waar ik heen wil) laat je hem met rust. Dan ga ik genieten van mijn Triumphs, de TR6 en TR3, en van mijn NSU Wankel Spider, de eerste sportauto met een rotatiemotor. De lol van verzamelen is een auto wekenlang laten staan, in sommige gevallen zelfs maanden, om daarna opnieuw te ontdekken hoe fijn hij is. Het is elke keer een verrassing hoe vibratie vrij de rotatiemotor van mijn Mazda Cosmo is, vooral als ik net uit mijn Hemi Coronet van 1966 ben gestapt.

Andersom gebeurt dat ook. Mijn Mazda RX-8 Shinka van 2005 – een van 2150 special editions – is een ongelooflijk genoegen om in te rijden, maar het is niet echt een krachtpatser qua koppel naast de 7-liter V8 van mijn Dodge. Het kan heel leuk zijn om van beschaving en raffinement over te stappen naar brute kracht. Ik ben dol op mijn Hemi Challenger, maar stuur- en rembekrachtiging heeft hij niet, en als het verkeer in LA op zijn drukst is, is hij niet altijd fijn gezelschap. Daarom laat ik hem een paar maanden per jaar met rust.

Datzelfde geldt voor mijn Dodge Demon 170 van 2024. Toen ik dit schreef had hij nog steeds de allerkrachtigste V8 die ooit voor een muscle car gemaakt is, hij levert 1025 pk. Ik vermoed dat hij voorbijgestreefd wordt als Corvette de nieuwe ZR1 met 1065 pk in de showrooms zet en McLaren de nieuwe W1 gaat leveren.

Als ik mijn garage in loop is het altijd alsof al mijn vroegere dates er nog steeds hetzelfde uitzien en op mij staan te wachten. Het zinnetje dat ik het vaakst hoor als het over auto’s gaat is ‘Had ik die auto maar nooit verkocht’. Er zijn soms redenen waarom je niet anders kunt, je gezondheid, een scheiding, ga zo maar door. Wat ook dikwijls gebeurt is dat ze iets anders gekocht hebben en dat blijkt dan toch minder leuk te zijn dat de auto die ze eerst hadden.

Ik realiseer me dat ik een bevoorrecht persoon ben doordat ik zo veel auto’s heb dat ze na een paar maanden weer ‘nieuw’ voor me kunnen zijn. Een typisch voorbeeld is mijn Ford Mustang GT350R van 2015, de speciale 50th anniversary-versie van Carroll Shelby’s Mustang GT350 van 1965. Je kent het verhaal van die auto wel: Lee Iacocca was bang dat de originele Mustang als een auto voor secretaresses zou worden gezien. Hij zei tegen Shelby: “Het maakt me niet uit wat het kost, maak er een vuurspuwende raceauto van”.

En dat is wat Shelby gedaan heeft. Hij bouwde er 562 en ik heb nummer 120. Het is een geweldige auto, maar hij is wel een beetje enerverend in het verkeer van Los Angeles. Om de 50e verjaardag van de Shelby Mustang GT350 te vieren heeft Ford 37 R-versies van de Mustang gebouwd – als eerbetoon aan de 37 R-versies die Shelby indertijd maakte, bijna allemaal circuitauto’s overigens. Ik heb het geluk gehad nummer 36 te mogen kopen. Hij is natuurlijk sneller en beter dan zijn voorganger, zodra ik hem had heb ik meteen flink gas gegeven en veel kilometers gereden, het is immers een echte sportauto. Daarna ben ik in de originele Shelby Mustang van 1965 gestapt, na deze een maand of zes niet aangeraakt te hebben. Hij heeft iets woests, die vroege Mustang. De smalle banden, de vrij ademende 289 V8 die door een carburateur met vier gasbuizen zuigt, het Detroit Locker sper dat ratelt als je dwars gaat of veel gas geeft. Hij is primitief en rauw en je geniet er het meest van als je hem tot het uiterste drijft – en die grenzen zijn heel gemakkelijk te vinden. Als dit mijn enige auto was geweest toen hij nieuw was, had ik hem moeten verkopen omdat hij te onpraktisch was voor dagelijks gebruik. Daarom laat ik hem elk jaar een paar maanden met rust. En zo leef ik dus het leven van een heerboer. Eigenlijk ben ik geen heer en ook geen boer, maar je begrijpt wat ik bedoel.

Jay Leno is een van de bekendste entertainers in de Verenigde Staten. Hij is ook een eerste klas autoliefhebber met een enorme collectie auto’s en motoren. Kijk op: www. jaylenosgarage.com

Video van Jay in zijn Dodge Demon (1025 pk): https://youtu.be/Vjxv-8tTZ7I?si=XsTd7cbSbhokN85j

× Wil je direct contact?