De vraag hoe hij rijdt stellen we natuurlijk niet zonder bijbedoeling en Paul geeft gelukkig het gewenste antwoord: “Als je erin past, neem hem dan maar mee voor een ritje.” De prachtig blauwe Innocenti 120L staat in de showroom van zijn bedrijf, Auto Wagner in Amersfoort. Het ‘kleintje’ valt vanwege zijn kleur en beperkte omvang op tussen de occasions die hij verkoopt en zijn eigen auto’s, waaronder een Porsche 911 Targa, een Mercedes-Benz SL (R107), een Alfa Romeo GTV V6 en een diepgroene Cadillac Allante. Over de laatste zegt hij: “Dit is een Europese versie, met het analoge dashboard in kilometers en de indrukwekkende Northstar 4,6-liter V8. Dit was de auto met de langste productielijn ooit, de carrosserie werd in het Italiaanse San Giorgio Canavese gemaakt en de eindassemblage had in Detroit plaats.”

Mooi, maar we zijn gekomen voor de Innocenti die, als bewijs van deelname, op de voorbumper nog het rallybord van de Bovag Grand Tour 2024 draagt. De bijbehorende bokaal voor de tweede prijs staat te pronken in het kantoor van Paul.

“Zo’n 12,5 jaar geleden heb ik de Innocenti gekocht en sindsdien heb ik er heel veel plezier van en mee gehad. Hij stond opgeslagen in een boerenschuur en het voordeel daarvan was dat er nergens roest was te bekennen, terwijl dit soort autootjes compleet doorgerot kunnen zijn. Een droge schuur met veel ventilatie, door de open zijwanden, heeft deze auto gered van de ondergang.

Daarmee is niet gezegd dat ik er niets aan heb hoeven doen, er waren genoeg punten die aangepakt moesten worden. Het is een origineel Nederlandse auto en de 120L was eigenlijk de luxe versie met de 1275 cm3 motor van de Mini. Hij was bijna net zo potent als de sportieve De Tomaso versie die later werd geïntroduceerd.  Met 67 pk en een leeggewicht van 740 kg is het een pittig autootje en leuk om mee te rijden. De genen zijn Brits want de techniek is, doordat British Leyland eigenaar was van Innocenti, gebaseerd op de BMC Mini.

Er is veel aan gebeurd. Allereerst is hij rijdend gemaakt na jaren van stilstand. Vervelend was wel dat we daarna meteen een probleem met de koppakking hadden omdat men vergeten was de thermostaat te vernieuwen. Iets dat normaal gesproken altijd gedaan wordt met een auto die lang heeft stilgestaan. Een thermostaat is veel goedkoper dan de koppakkingproblemen die erdoor kunnen ontstaan.

De carrosserie heb ik kaal laten maken waarna hij in de originele kleur is overgespoten. Het motortje is gereviseerd en we hadden er eerst een dubbele carburateur op laten zetten. Maar omdat we die niet goed afgesteld kregen hebben we uiteindelijk toch de originele enkele teruggezet. De motor is standaard uitgevoerd met een kleine oliekoeler. Verder heb ik een donorauto gekocht waaruit ik een aantal onderdelen heb gehaald die deels gemonteerd zijn en deels op zolder liggen voor het geval dat. Want zie nog maar eens onderdelen te krijgen voor dit zeldzame autootje. De kilometerstandhistorie en het onderhoud zijn bekend en alle boekjes en certificaten zitten erbij. Het interieur is ook origineel, alleen de hoedenplank heb ik vervangen voor het exemplaar uit de donorauto omdat daar geen luidsprekergaten in zaten. Ook was de bestuurdersstoel op een lasnaad gebroken, een vaak voorkomend euvel, dus die hebben we bijna helemaal opnieuw laten nabouwen.”

Als Paul de auto start en naar buiten rijdt, valt pas goed op hoe klein de Innocenti eigenlijk is naast de moderne auto’s die eromheen staan. Met een lengte van 3,17 meter en een hoogte van 1,37 is hij in het verkeer gemakkelijk over het hoofd te zien. De voorwaarde van Paul ‘als je erin past’ lijkt een uitdaging, maar na enig wurmen blijkt wonderbaarlijk genoeg dat ook mensen van twee meter lengte aan het simpel vormgegeven tweespaaks-stuurtje kunnen zitten. Alles in het interieur straalt uit dat de vormgeving Italiaans is. De klokjes in het dashboard zijn eigenwijs vierkant en zelfs de greep om de deur te openen – van geborsteld aluminium – heeft een ontwerp waarover is nagedacht. Ook aan de buitenkant valt de aandacht voor detail op. Een mooi voorbeeld daarvan is de antenne die netjes op de schuine achterstijl is aangebracht. De auto heeft ook nog de verchroomde bumpertjes, die bij latere modellen vervangen zijn door kunststof exemplaren.


Met de choke uit komt de Innocenti tot leven en bij het wegrijden valt meteen op hoe mechanisch alles aanvoelt. De koppeling pakt snel op en met horten en stoten komen we op gang, maar zodra het motortje warm is blijkt dat er heel goed en leuk mee te rijden valt. Je zit laag als in een kart en hij stuitert ook als zodanig, volgens Paul omdat er geen veren in de ophanging zitten, maar rubber blokken. Het motorgeluid is rauw en goed hoorbaar en het schakelen vergt een echt dwingende beweging om de vier versnellingen goed in te leggen. Net zoals bij een Mini moet voor de achteruit de pook opgetild worden. Het gaspedaal geeft zo’n  ‘instant’ respons dat een glimlach van oor tot oor onvermijdelijk is. Wat een lekker autootje om mee te scheuren en wat is de snelheids- en wendbaarheidsbeleving geweldig, ook door het motorgeluid. Als je eenmaal weet dat de remmen onbekrachtigd zijn en dus enige anticipatie vereist is, wordt het feest compleet. Met zestig over het industrieterrein scheuren voelt alsof het dubbel zo hard gaat.

Met spijt komt er een einde aan onze proefrit en bij aankomst herkent Paul meteen hoe we het ervaren hebben: “Rijdt lekker hè? Toen mijn dochter net haar rijbewijs had heb ik haar de auto meegegeven maar wel met de mededeling dat ze even moest proberen hoe het gasgeven, schakelen en vooral ook het remmen werkt. Dat is toch iets anders dan in onze elektrische auto.”

Paul is van jongs af aan een autoliefhebber en stond als klein jongetje met zijn neus tegen de showroomruiten van Garage Molenaar in Amersfoort gedrukt. Na de IVA heeft hij ruim 30 jaar werkervaring opgebouwd, bij zowel dealerbedrijven en importeurs zoals Pon’s automobielhandel (Volkswagen en Audi) en Kroymans (Saab en Jaguar). “Toen ik voor mezelf begon ben ik me toe gaan leggen op de in- en verkoop van Jaguar en Saab, omdat dat de merken waren die ik mijn hele leven al kende. Maar het aanbod van goede Saab’s loopt terug en ook de liefhebberskring wordt kleiner, dus nu is het merkaanbod in mijn bedrijf veel breder.”

De liefde voor Innocenti stamt uit zijn studietijd: “Mijn eerste auto in mijn tijd op het  IVA was een Innocenti 120L en net zoals bij veel mensen is ook voor mij de eerste keer dat je zelf kon bepalen waar je heen ging, met je eigen auto, een onuitwisbare herinnering. De staat van die auto was niet te vergelijk met deze.. Er is geen goede reden om nu deze Innocenti  te verkopen maar iemand toonde belangstelling en omdat ik gewoon te veel auto’s in mijn eigen verzameling heb dacht ik ‘waarom niet?’. Misschien dat ik er later spijt van krijg maar je kunt niet alles houden.”

Gevraagd naar zijn wensenlijstje of droomauto begint hij met een paar auto’s te noemen, waarna de lijst steeds langer wordt: “Een Fiat Dino Coupé, prachtige auto en het mag ook een Spider zijn natuurlijk maar die is onbetaalbaar. Een 130 Coupé is ook prachtig maar een echte droomauto is een Jensen Interceptor. Volgens mij een complexe en risicovolle auto, maar zo mooi! En wat denk je van een Maserati Quattroporte III, die grote vierkante sedan? Of een Monteverdi High Speed, of….”

Het Mr Bean teddybeertje op de passagiersstoel van zijn Italiaanse Mini was een idee van Paul’s vrouw, waarmee duidelijk wordt dat de hele familie een sterke emotionele band heeft met de Innocenti. Of hij uiteindelijk verkocht gaat worden moeten we nog zien.

Heb je ook een leuke of interessante auto met een mooi verhaal? Neem contact op en we maken jouw Man & Machine verhaal: frankgoedhart@octanemagazine.nl

× Wil je direct contact?