De meeste tijd van het jaar is Daun een bescheiden en rustig plaatsje, omringd door de groene heuvels van de Duitse Vulkaneifel. Maar elk jaar in augustus is het dorp DE hot spot van de historische rallysport.
Tekst en foto’s: Frank Goedhart
Het Eifel Rallye Festival, volgens de organisatie ‘een rijdend rallymuseum’, trekt een groeiend aantal bezoekers die zich komen vergapen aan de rallyglorie van weleer. De twaalfde editie had dit jaar van 15 tot 17 augustus plaats en de organisatie (Slowly Sideways) had zich ingespannen om het deelnemersveld nog breder te maken; met rallyauto’s van 1960 tot het recente verleden waaronder ook Super2000 en modernere WRC-auto’s. De organisatie meldde dat er 95 verschillende auto’s van 30 verschillende merken met 130 onderscheidende ‘liveries’ op de deelnemerslijst stonden. Een lijst die het water uit de mond deed lopen met niet één, maar acht Audi Quattro’s, tweemaal de Lancia Stratos, zeven Delta’ Integrale’s, Toyota Celica’s, een Peugeot 205 T16, Renault 5 Turbo’s, twee Ford RS200’s en heel veel Escort RS’en. Maar ook een Fiat Uno Turbo, een Citroën DS en een Trabant.
Het dorp Daun is het centrum van de actie, daar zetten de teams hun servicetenten op. Het serviceterrein is vrij toegankelijk en het af en aan rijden van historische rallyauto’s doet denken aan een gonzende bijenkorf waar het een drukte van belang is.
Donderdag was de dag van de ‘shakedown’; teams kregen de kans om zich te installeren en hun auto’s op een proef bij het dorpje Bodenbach uit te proberen. Waar de een het voorzichtig aan deed om materiaal te sparen en de pacenotes nog eens scherp te zetten, ging de ander er al vol tegenaan, tot genoegen van het publiek in de aangrenzende velden. Bier en bratwurst, een mooi zonnetje over het parcours én dwarsgaande Escorts brachten de stemming er al goed in.
Vrijdag begon met de scrutineering waarbij de auto’s aan een nauwkeurige inspectie werden onderworpen. Dat was zeker geen formaliteit, want er wordt gelet op originaliteit van techniek én van de bestickering. Na het voorstellen van de auto’s op het podium in Daun begon het echte werk met SS1 rond het plaatsje Kelberg. De auto’s werden met korte tussenpozen, losgelaten op de proef en doordat elke auto de proef drie keer moest afleggen, was er veel achter elkaar te zien, met zelfs hier en daar een inhaalactie.
De Audi Quattro’s (ook ingezet door Audi Tradition) leken het rustig aan te doen om het dure materiaal te sparen maar telkens als het publiek een beetje leek in te dutten door die voorzichtigheid kwam er een auto voorbij die wel alles gaf en met stofwolken en dwarsgaan de toeschouwers uit de stoeltjes kreeg. Een Fiat Punto S1600 en de Amersfoortse Daf 66 van Dion Walet waren al snel de publiekslievelingen. Er reden ook rallyhelden van weleer mee, zoals Stig Blomqvist in een Audi Quattro A2, Marcus Grönholm in de (ex-Didier Auriol) Toyota Corolla WRC, Bruno Thiry in de Ford Escort RS Cosworth en Nicky Grist in een Celica ST185.
Het ging niet om de winst, het Eifel Rallye Festival is een zogenaamde ‘gentlemens’ rally. Iedereen gaat zo hard als hij of zij wil en durft, en dat weerhoudt het merendeel van de deelnemers er niet van om er een geweldig rallyfeest van te maken. Slechter weer op zaterdag mocht de pret niet drukken en aan het eind van de dag gingen de tienduizenden bezoekers huiswaarts en konden de teams letterlijk de tent afbreken.
Een mooie bijkomstigheid was dat Daun op minder dan 20 minuten rijden ligt van de Nordschleife, waar met Ringtaxi’s of zelf rijden het lange circuit kan worden ervaren. Op de terugweg naar Nederland hebben we nog een bezoekje afgelegd bij het Nationales Automuseum The Loh Collection in Dietzhölztal – dat maakte dit autoweekend compleet!