Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de auto-industrie grotendeels stilgevallen maar de heropening van de fabrieken was een impuls voor de hele auto-industrie. Niet alleen werd de techniek vooruitstrevender dan voor de oorlog, ook stijl en ontwerp van auto’s kregen meer aandacht.

Vlak na de oorlog was de Amerikaanse markt het meest in beweging en onder invloed van de ruimtewedloop verschenen er auto’s op de markt met steeds spectaculairdere vormgeving, geïnspireerd door raketten en vliegtuigen uit die tijd. Met heldere kleuren en two-tone lakwerk gaven Chevrolet, Pontiac, Cadillac en Ford de Amerikaanse droom van de jaren ’50 vorm.

Europese fabrikanten haakten daarbij aan door met coach built, one-off concepten te proberen een stukje van de Amerikaanse markt te veroveren. De Italianen noemden dit ‘Stile Transatlantico’, als een soort ‘het beste uit twee werelden’. Het bekendste voorbeeld van deze stijl zijn misschien wel de drie B.A.T.’s (Berlina Aerodinamica Tecnica) van Alfa Romeo.

Abarth werd pas in 1949 opgericht en wilde graag naam maken in Italië en daarbuiten en een ontwerp in de Stile Transatlantico zou klanten in Amerika kunnen opleveren. Het  resultaat van deze aanpak waren drie auto’s: een 207 A Spyder voor op het circuit, een 209A Coupé (209 A) en de afgbeelde  208 A Spyder. Volgens wel ingelichte bronnen zijn er 10 exemplaren van de 207 A gebouwd, terwijl van de 209 A en onze 208 A slechts een exemplaar zijn gebouwd. Alle drie werden getoond op de autoshow van Turijn in 1955.

Abarth hoopte met deze ontwerpen van Giovanni Michelotti voor Boano de Amerikaanse markt aan te spreken, maar onderhuids waren deze auto’s onmiskenbaar Italiaans. Ze waren voorzien van een ultralicht chassis, kleine maar krachtige motoren en een nauwkeurig en verfijnd weggedrag. Mechanisch was veel overgenomen van de Fiat 1100, waaronder de ophanging en de 1.089 cm3 viercilindermotor. Met een tuning-kit haalde Abarth daar nog betere prestaties uit; dubbele Webers en een aangepast uitlaatspruitstuk bocht bracht het vermogen naar 66 pk.

De 208 A werd in de VS geimporteerd door Tony Pompeo, distributeur voor Abarth en vele andere Italiaanse merken in New York in de jaren ‘50. De auto was bestemd voor twee broers van de familie Du Pont, erfgenamen van het chemische fortuin van hun familie en beide gepassioneerde autosportliefhebbers.

Nadat ze een paar jaar van de Abarth hadden genoten, verkochten ze de auto aan een vriend, die hem later aan Bill Hale schonk, die samen met zijn vriend werkte als vliegtuigmonteur voor de Du Pont’s. In een gesprek met RM Sotheby herinnerde Bill zich dat hij de Abarth voor het eerst zag in het huis van zijn vriend in Delaware in het begin van de jaren ‘70 en dat hij de auto cadeau had gekregen in 1973. Bill nam de Abarth mee naar Long Island, New York, waar hij er de daaropvolgende zomers  mee reed.

Rond 1975 verkochten Bills ouders hun huis en verhuisden naar Maine. Bill was pas getrouwd en reed de auto samen met zijn vrouw van Long Island over de Brooklyn Bridge naar Manhattan en vervolgens noordwaarts naar Maine. Een groot deel van de rit had plaats in een stortbui en het behoeft geen betoog dat de Abarth niet was uitgerust om slecht weer aan te kunnen. Bill en zijn vrouw brachten tijdens die reis een half uur door met de auto onder een brug, wachtend tot het opklaarde.

De Abarth bleef een aantal jaren in Maine totdat Bill een huis kocht op Long Island en de auto terugkeerde naar New York. Bill herinnert zich dat hij van een vriend in Long Island een Abarth achteras van de juiste specificatie kocht toen de as van de Spyder vervangen moest worden. Toen hij de auto kocht, hadden de Du Ponts al een aangepast spruitstuk en SU carburateurs gemonteerd. Verder was de Abarth origineel.

Na zijn terugkeer naar Long Island bleef de auto grotendeels verborgen voor het publiek tot 2007, toen hij eindelijk werd herontdekt door Etceterini-verzamelaar Elad Shraga. Deze was helemaal weg van de Abarth en overtuigde Bill in de loop van de volgende twee jaar om de auto aan hem te verkopen. Hij  bleek in uitzonderlijk originele staat te verkeren en alleen kleine beschadigingen hadden aandacht nodig. Het koetswerk werd gerepareerd en de mechanische onderdelen werden gerestaureerd om de 208 A Spyder weer rijdend te maken. Verder werd er echter niets gerestaureerd.

De Abarth 208 A is slechts één keer getoond, op het Amelia Island Concours d’Elegance in 2013 door Elad Shraga, maar daar gaat wellicht verandering in komen. Een paar jaar geleden is de auto  bij zijn huidige eigenaar terechtgekomen en in zijn geboorteland Italië onder toezicht van Corrado Lopresto voor meer dan € 30.000 gestript en gespoten in de originele kleuren. Hij wordt  nu in een ‘private sale’ door veilinghuis RM Sotheby’s aangeboden, mét het Abarth Classiche Certificato di Autenticità. De verkoopprijs is op aanvraag. Meer informatie: rmsotheby’s

× Wil je direct contact?