De liefde voor klassieke auto’s spitst zich bij Joost Hillemans toe op Alfa Romeo’s. Tot en met de Alfa 75 is hij geïnteresseerd en na aanschaf worden zijn Alfa’s nooit meer verkocht. Het resultaat: vier mooie pareltjes van het Milanese merk.

“Al heel lang heb ik een passie voor Alfa Romeo’s en dan vooral voor alles tot en met de 75, specifiek de serie 105 en daarvoor. Alle klassiekers die ik ooit heb gekocht zijn nog steeds in mijn bezit, wat een duidelijke bevestiging is van het maken van de juiste keuze (voor mij) en van mijn loyaliteit. Wel hebben we een aantal tweede auto’s gehad, waarvan een zwarte oer-Panda met twee zonnedakjes de leukste was. Van die verkoop heb ik dan ook echt spijt gehad.

Als klein peutertje stond ik bij het hek van de tuin en bekeek en benoemde alle auto’s die voorbijkwamen. Begin jaren ’60 waren dat er nog niet heel veel. Verder herinner ik me dat ik bij mijn vader in de auto zat, in een kinderstoeltje op de voorbank en ik de gouden letters op het deksel van het handschoenenkastje van de Fiat Milletrecento zag. Nadat we in mijn tienerjaren een Alfa Romeo garage als nieuwe buur kregen heb ik daar als jochie jarenlang boven de dubbelnokkers gehangen. Het virus had mij al vroeg te pakken.

Hij zat perfect, stuurde precies, trok lekker op, schakelde als boter met de pook onder je hand aan het stuur. Ik was verkocht….”


Toen ik achttien was en net mijn rijbewijs had gehaald vroegen de buren mij of ik de volgende ochtend even kon helpen om een auto naar de spuiter te brengen. Die ochtend zei de monteur: ‘neem jij de Giulia maar en rij achter mij aan’. Maar ik had nog nooit in een Giulia gereden (wel in een Alfetta) en deze was ook nog eens speciaal. Het was de oude serviceauto van de importeur, een gele Giardiniera met een tweeliter motor in het vooronder. Het bleek met de verzwaarde achterveren best een kontendraaier te zijn en door de vorst van die ochtend waren de buitenwegen wat gladjes. Die ochtend heb ik heel veel plezier gehad met die Giulia. Hij zat perfect, stuurde precies, trok lekker op, schakelde als boter met de pook onder je hand aan het stuur. Ik was verkocht….”

“Mijn eerste echte baan was bij een autofabrikant, waardoor mijn eerste echte auto een gloednieuwe Volvo 340 GL was. Die heb ik na zes maanden verkocht omdat er een dienstwagen ter beschikking kwam. De verkoop ging gepaard met bezoek van veel ‘bandenschoppers’ en dat heeft mijn motivatie om auto’s te verkopen wel gereduceerd. Op dit moment ben ik de trotse eigenaar van vier Alfa’s. In volgorde van aanschaf gaat het om een zwarte Spider 105.38 uit 1980 met de bekende ‘coda tronca’, een Giulia 105.14 TI (1962) in Bianco Spino, een Giulietta Sprint (1962) in Tornado Blu en een 2000 105.12 Berlina (1972) in Rosso Alfa Romeo.

Eigenlijk is de Spider de enige auto waar ik in 1991 bewust naar op zoek gegaan ben. De andere auto’s kwamen min of meer toevallig op mijn pad. De Spider vonden we, na speuren in de zaterdageditie van de Telegraaf, bij een occasiondealer in Voorschoten. Er is niets bekend van vorige eigenaren, terwijl ik van de andere auto’s wel een groot deel van de historie weet. De Spider geeft een heerlijk rijgevoel in de open lucht, ook met regen en sneeuw. Niet dat ik dat laatste opzoek maar ik vind het ook niet erg. Zolang de voorruit niet aan de binnenzijde vol druppels komt, is het goed te doen. De auto heeft inmiddels echt heel Europa gezien. Van Schotland tot Zweden tot en met het zuiden van Italië en Frankrijk. We hebben meerdere keren de Mille Miglia ermee bezocht een ook de kinderen pakken de Spider nog wel eens mee voor een reis of ritje.”

“De Giulia kochten we in 1997 voor mijn vrouw omdat haar Panda te klein werd. Vrienden hadden ons getipt dat er bij Wim Prins een hele mooie en speciale Giulia te koop stond. Eigenlijk waren we op zoek naar een leuke Giulia voor alledag, om met twee kleine kinderen boodschappen te kunnen doen. Van de Giulia heb ik de correspondentie van de eerste eigenaar met een latere (en eerste Nederlandse) eigenaar. Hij is in 1962 geregistreerd in Turijn en in 1987 naar Nederland gehaald. De Nederlandse eigenaar was Rens Biesma, een bekende illustrator die deze Giulia dan ook meerdere malen heeft geportretteerd. Het is de oudst bekende, niet gerestaureerde Giulia van de Benelux en misschien wel van Europa. Van wat ik weet zijn er slechts een of twee oudere exemplaren die nog rijden.

Waar ‘het Supertje’ wel algemeen bekend is, weten niet veel mensen dat een vroege Giulia zijn tijd ver vooruit was. De auto heeft trommelremmen rondom, maar dan wel met aluminium trommels met koelvinnen en drie schoenen op de vooras. Ze zijn afgeleid van de Alfetta racewagens en waren noodzakelijk omdat de schijfremmen van Dunlop in 1962 nog niet klaar waren voor productie. Verder heeft de Giulia stuurschakeling, maar wel standaard met vijf versnellingen! Officieel was de Alfa toegelaten als zespersoons, doordat er een voorbank in zit.
Al mijn drie 105 Alfa’s kunnen heerlijk met het huidige verkeer meekomen, maar de Giulia is echter wel een stuk ouder qua algeheel rijgevoel. Je merkt echt dat er tien jaar ontwikkeling in deze serie heeft gezeten tussen de Giulia uit 1962 en de Berlina uit 1972; in principe hetzelfde platform maar qua geluid en comfort echt een generatie verschil.”

“De Berlina heb ik op het internet gevonden, waar ik een aantal ‘Alfisti’ volgde. Hij stond in de buurt van Malmö en omdat ik voor mijn werk veel in Zweden was ben ik op een middag richting Malmö gereden en heb de auto bekeken. De prijs was erg aangenaam en ik had zin in een auto waar ik zonder veel nadenken in kon stappen om een lekker stukje te rijden, ook met minder weer. Samen met mijn kinderen heb ik de Berlina in een weekend opgehaald. De kleine 1000 kilometer naar huis heb ik probleemloos afgelegd. Hij is origineel in Zweden geleverd en heeft daar tot mijn aankoop ook altijd gereden. De laatste Zweedse eigenaar vertelde me dat de Berlina ten noorden van Stockholm zijn leven heeft doorgebracht. De auto was dan ook voorzien van aansluitingen voor een motorverwarmer en de wielkasten hadden speciale kuipen. In het noorden van Zweden wordt geen zout, maar grit gestrooid en die kuipen waren speciaal gemaakt om de carrosserie te beschermen. Hij was in redelijk goede staat toen ik hem kocht en sindsdien heb ik eenvoudig onderhoud zelf gedaan. Grotere zaken, zoals de versnellingsbak en carburateurs heb ik laten doen.


De Berlina is mijn ‘hop-in’ auto; altijd klaar om even snel een rondje te rijden. Hij stuurt lekker en eigenlijk kan ik hier mee rijden zoals ik met de Giulia zou willen. De Berlina heeft een elektrische benzinepomp maar verder is hij, net als al mijn Alfa’s, helemaal origineel. Hoewel, alle drie de 105’s hebben een brulpijp – essentieel in een 105 Alfa!”

“Bij alle auto’s zijn het motorgeluid en de karakteristiek van de motor datgene dat me het meest aantrekt. De inlaatroffel en uitlaatbrom zijn zo mooi dat je nooit een radio nodig hebt.”

“Een vriend van me woont in de Cotswolds en hij stuurde me een foto van de Sprint. De auto stond al heel lang langs de weg geparkeerd en werd steeds slechter. We zijn er tijdens een lang weekend in 2007 op bezoek gegaan en hebben een bod gedaan bij de eigenaar, een gepensioneerde engineer die hem wilde opknappen maar daar uiteindelijk te oud voor bleek. De auto is origineel in Engeland geleverd (met het stuur links) en heeft daar een onbekend aantal eigenaren gehad. De motor zat compleet vast en de carrosserie was flink gerot.


De styling van de Sprint heb ik altijd als een van de mooiste ontwerpen ooit gewaardeerd en daarmee was er ook al lang de wens om een exemplaar uit de Giulietta reeks te willen hebben. Hoe hij rijdt weet ik nog steeds niet na al die jaren, want de Giulietta staat nog steeds in restauratie. Hij is volledig ontmanteld en een specialist in Hongarije heeft de carrosserie aangepakt; al het metaal- en spuitwerk is daar gedaan. De motor en de versnellingsbak heb ik door een kennis laten doen. Nu is de opbouw nog gaande en dankzij mijn technische achtergrond en opleiding (werktuigbouwkunde) kan ik veel zelf doen.”

“Bij alle auto’s zijn het motorgeluid en de karakteristiek van de motor datgene dat me het meest aantrekt. De inlaatroffel en uitlaatbrom zijn zo mooi dat je nooit een radio nodig hebt. Ze trekken allemaal erg soepel op en geven veel plezier in het rijden. Verder is het sleutelen natuurlijk ook leuk om te doen. Geen van de Alfa’s zijn er voor het dagelijkse gebruik, maar als je zou willen kan dat het best met de Berlina, die komt goed mee met verkeer, is ruim en comfortabel en onderdelen zijn goed te krijgen; behalve plaatwerk, dus extra voorzichtig zijn met corrosie! De Giulia is minder comfortabel voor lange ritten maar ik heb haar wel een keer over de Alpen gereden naar Arese voor het 100-jarige bestaan van Alfa Romeo. Dat was een echte workout, over die passen! De Berlina heb ik afgelopen jaar meegenomen op uitnodiging van het Alfa Romeo Museum om mee te doen aan viering van viering van 60 jaar Balocco (het testcircuit van Stellantis) en de 100 jaar parade op het circuit van Monza.


Er is ALTIJD werk aan de auto’s. Is het een af dan meldt er zich wel iets anders. Ook ik droom wel eens van andere auto’s, maar als ik reëel ben dan weet ik dat ik aan deze Alfa’s meer dan mijn handen vol heb. Er bestaan geen plannen om ook maar iets weg te doen!”

Technische gegevens (opgave Joost)
Giulia 105.14 TI, inhoud 1600 cm3, vermogen 92 pk, acceleratie 0-100 km/h in 13,7 sec, topsnelheid > 165 km/h
Spider 105.38 Coda Tronca, inhoud 1962 cm3, vermogen 128 pk, acceleratie 0-100 km/h in 10,1 sec, topsnelheid > 190 km/h
2000 105.12 Berlina, inhoud 1962 cm3, vermogen 132 pk, acceleratie 0-100 km/h in 9,1 sec, topsnelheid > 185 km/h
Giulietta 101.02 Sprint, inhoud 1290 cm3, vermogen 80 pk, topsnelheid 166 km/h.

× Wil je direct contact?